Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kop (Nederlands) in het Spaans
kop:
-
de kop (kopzin)
-
de kop (krantenkop)
-
de kop (koffiekop)
Vertaal Matrix voor kop:
Verwante woorden van "kop":
Synoniemen voor "kop":
Antoniemen van "kop":
Verwante definities voor "kop":
Wiktionary: kop
kop
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kop | → prefacio | ↔ caption — descriptive title or heading of (part of) a document |
• kop | → copa; taza | ↔ cup — vessel for drinking |
• kop | → cabeza | ↔ head — part of the body |
• kop | → cabeza | ↔ head — end of hammer, etc. |
• kop | → taza; cubilete | ↔ tasse — Récipient (1) |
• kop | → título | ↔ titre — désignation |
• kop | → cabeza | ↔ tête — anatomie|fr partie supérieure du corps, qui est le siège du cerveau et des principaux organes des sens, et qui, chez l’homme et chez la plupart des vertébrés, tenir au reste du corps par le cou. |
kop vorm van koppen:
-
de koppen (hoofden)
Conjugations for koppen:
o.t.t.
- kop
- kopt
- kopt
- koppen
- koppen
- koppen
o.v.t.
- kopte
- kopte
- kopte
- kopten
- kopten
- kopten
v.t.t.
- heb gekopt
- hebt gekopt
- heeft gekopt
- hebben gekopt
- hebben gekopt
- hebben gekopt
v.v.t.
- had gekopt
- had gekopt
- had gekopt
- hadden gekopt
- hadden gekopt
- hadden gekopt
o.t.t.t.
- zal koppen
- zult koppen
- zal koppen
- zullen koppen
- zullen koppen
- zullen koppen
o.v.t.t.
- zou koppen
- zou koppen
- zou koppen
- zouden koppen
- zouden koppen
- zouden koppen
diversen
- kop!
- kopt!
- gekopt
- koppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor koppen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cabezas | hoofden; koppen | leidsmannen; patroons |
capítulo | hoofden; koppen | chapiter; episode; hoofdstuk; kapittel; kop; krantenkop; onderwerp; rubriek; subject; thema; thema van een boek |
rúbrica | hoofden; koppen | aftekening; initialen; kop; krantenkop; paraaf; parafering; rubriek |
titular | hoofden; koppen | gerechtigde; kop; kopzin; obligatiehouder; rubriek; titeldrager; titelhouder; titularis |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cabecear | koppen | |
titular | benoemen; bestempelen; betitelen |