Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kneuzen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kneuzen (Nederlands) in het Spaans

kneuzen:

kneuzen werkwoord (kneus, kneust, kneusde, kneusden, gekneusd)

  1. kneuzen
    contusionar; magullar

Conjugations for kneuzen:

o.t.t.
  1. kneus
  2. kneust
  3. kneust
  4. kneuzen
  5. kneuzen
  6. kneuzen
o.v.t.
  1. kneusde
  2. kneusde
  3. kneusde
  4. kneusden
  5. kneusden
  6. kneusden
v.t.t.
  1. heb gekneusd
  2. hebt gekneusd
  3. heeft gekneusd
  4. hebben gekneusd
  5. hebben gekneusd
  6. hebben gekneusd
v.v.t.
  1. had gekneusd
  2. had gekneusd
  3. had gekneusd
  4. hadden gekneusd
  5. hadden gekneusd
  6. hadden gekneusd
o.t.t.t.
  1. zal kneuzen
  2. zult kneuzen
  3. zal kneuzen
  4. zullen kneuzen
  5. zullen kneuzen
  6. zullen kneuzen
o.v.t.t.
  1. zou kneuzen
  2. zou kneuzen
  3. zou kneuzen
  4. zouden kneuzen
  5. zouden kneuzen
  6. zouden kneuzen
en verder
  1. ben gekneusd
  2. bent gekneusd
  3. is gekneusd
  4. zijn gekneusd
  5. zijn gekneusd
  6. zijn gekneusd
diversen
  1. kneus!
  2. kneust!
  3. gekneusd
  4. kneuzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kneuzen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kneuzen
    el magullar

Vertaal Matrix voor kneuzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
magullar kneuzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contusionar kneuzen krenken; kwetsen
magullar kneuzen krenken; kwetsen

Verwante woorden van "kneuzen":

  • kneus

kneus:


Verwante woorden van "kneus":


Wiktionary: kneus


Cross Translation:
FromToVia
kneus fracasado Versager — Bezeichnung für eine Person, die vermeintlich nichts in ihrem Leben erreicht hat