Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. klieven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klieven (Nederlands) in het Spaans

klieven:

klieven werkwoord (klief, klieft, kliefde, kliefden, gekliefd)

  1. klieven (in tweeën houwen; kloven; doormidden hakken; )
    cortar; hendir; hender; partir; cruzar; atravesar; rajar; surcar; escindir; fisionar; hendirse
  2. klieven (uiteensplijten; splitsen; kloven; splijten)

Conjugations for klieven:

o.t.t.
  1. klief
  2. klieft
  3. klieft
  4. klieven
  5. klieven
  6. klieven
o.v.t.
  1. kliefde
  2. kliefde
  3. kliefde
  4. kliefden
  5. kliefden
  6. kliefden
v.t.t.
  1. ben gekliefd
  2. bent gekliefd
  3. is gekliefd
  4. zijn gekliefd
  5. zijn gekliefd
  6. zijn gekliefd
v.v.t.
  1. was gekliefd
  2. was gekliefd
  3. was gekliefd
  4. waren gekliefd
  5. waren gekliefd
  6. waren gekliefd
o.t.t.t.
  1. zal klieven
  2. zult klieven
  3. zal klieven
  4. zullen klieven
  5. zullen klieven
  6. zullen klieven
o.v.t.t.
  1. zou klieven
  2. zou klieven
  3. zou klieven
  4. zouden klieven
  5. zouden klieven
  6. zouden klieven
diversen
  1. klief!
  2. klieft!
  3. gekliefd
  4. klievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor klieven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar overlopen; oversteken
cortar afhakken; afhouwen; afknippen; afsnijden; kappen; omhakken; vellen
cruzar overlopen; oversteken
escindir afsnijden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven doorbreken; doorheen reizen; doorvaren; dwars oversteken; overgaan; oversteken; reizen door
cortar doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven afbreken; afhakken; afhouwen; afkappen; afknippen; afknotten; afsluiten; afsnijden; bijknippen; coifferen; concluderen; couperen; creneleren; dichtdoen; doen ophouden; doorknippen; doorsnijden; een beetje knippen; een gevolgtrekking maken; fijnhakken; grootspreken; hakken; in stukken hakken; insnijden; kappen; kleinhakken; kleinmaken; knippen; kort knippen; kort maken; korten; lossnijden; omhouwen; onderbreken; opensnijden; opmaken uit; opscheppen; opsnijden; scheiden; snijden; snoeven; splitsen; uit elkaar halen; uiteenhalen; uitknippen; wegknippen; wegsnijden; wegsnoeien
cruzar doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven dwars oversteken; een kruis slaan; keperen; kruisen; opkruisen; oplaveren; overgaan; oversteken
escindir doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven afscheiden; afsplitsen; afzonderen; isoleren; kleinmaken
fisionar doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven kleinmaken; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteenhalen
hacer pedazos klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten aan flarden scheuren; aan stukken breken; aan stukken slaan; aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; breken; fijnmaken; grootspreken; hakken; in stukken breken; in stukken hakken; ingooien; inslaan; kapot scheuren; kapotbreken; kapotgooien; kapotslaan; kleinmaken; knakken; opscheppen; opsnijden; platdrukken; smashen; snoeven; stukbreken; stukgooien; stukhakken; stukslaan; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren; verscheuren
hender doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven groeven; inkerven; insnijden
hendir doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
hendirse doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
partir doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven afreizen; doorknippen; doorsnijden; gaan; heengaan; opbreken; opstappen; reizen; rondreizen; scheiden; splitsen; trekken; uit elkaar halen; uiteenhalen; van wal gaan; van wal steken; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; wegreizen; wegtrekken; zwerven
rajar doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven
surcar doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; klieven; kloven doorsnijden
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cortar knippen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atravesar overspannen; overwerkt

Wiktionary: klieven

klieven
verb
  1. langs een scherp breukvlak in tweeën hakken

Cross Translation:
FromToVia
klieven hender; partir; rajar kliebentransitiv; österreichisch, südostdeutsch umgangssprachlich: (Holz) der Länge nach zerteilen
klieven hender; rajar fendre — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van klieven