Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. klieken:
  2. kliek:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klieken (Nederlands) in het Spaans

klieken:

klieken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de klieken (kliekjes; etensresten)
    el restos de comida; la sobra de comida; el restante; la sobras

klieken werkwoord (kliek, kliekt, kliekte, kliekten, gekliekt)

  1. klieken (aaneensluiten)
    agruparse

Conjugations for klieken:

o.t.t.
  1. kliek
  2. kliekt
  3. kliekt
  4. klieken
  5. klieken
  6. klieken
o.v.t.
  1. kliekte
  2. kliekte
  3. kliekte
  4. kliekten
  5. kliekten
  6. kliekten
v.t.t.
  1. heb gekliekt
  2. hebt gekliekt
  3. heeft gekliekt
  4. hebben gekliekt
  5. hebben gekliekt
  6. hebben gekliekt
v.v.t.
  1. had gekliekt
  2. had gekliekt
  3. had gekliekt
  4. hadden gekliekt
  5. hadden gekliekt
  6. hadden gekliekt
o.t.t.t.
  1. zal klieken
  2. zult klieken
  3. zal klieken
  4. zullen klieken
  5. zullen klieken
  6. zullen klieken
o.v.t.t.
  1. zou klieken
  2. zou klieken
  3. zou klieken
  4. zouden klieken
  5. zouden klieken
  6. zouden klieken
diversen
  1. kliek!
  2. kliekt!
  3. gekliekt
  4. kliekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor klieken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
restante etensresten; klieken; kliekjes
restos de comida etensresten; klieken; kliekjes
sobra de comida etensresten; klieken; kliekjes
sobras etensresten; klieken; kliekjes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agruparse aaneensluiten; klieken samenscholen; samenstromen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
restante overig

Verwante woorden van "klieken":


kliek:

kliek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kliek (onderonsje)
    la chusma; el apartado
    • chusma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • apartado [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kliek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apartado kliek; onderonsje gebied; navigatieplaats
chusma kliek; onderonsje gajes; geboefte; gebroed; gepeupel; gespuis; geteisem; grauw; janhagel; plebs; rapaille; schorriemorrie; tuig; uitschot; uitvaagsel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apartado afgehouden; afgelegen

Verwante woorden van "kliek":


Wiktionary: kliek


Cross Translation:
FromToVia
kliek gremio coven — clique