Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kletskousen:
  2. kletskous:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kletskousen (Nederlands) in het Spaans

kletskousen:

kletskousen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kletskousen (kletskoppen; babbelaars; kletsmajoors; kletsmajoren)
    el parlanchines; el chismosos

Vertaal Matrix voor kletskousen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chismosos babbelaars; kletskoppen; kletskousen; kletsmajoors; kletsmajoren zwammers
parlanchines babbelaars; kletskoppen; kletskousen; kletsmajoors; kletsmajoren babbelaar; hannes; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zwammer; zwammers; zwetser

Verwante woorden van "kletskousen":


kletskousen vorm van kletskous:

kletskous [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kletskous (kletstante; babbelaarster; leuterkous; leuteraarster)
    la cotorra; la parlanchina; la charlatana; la habladora; la charladora
  2. de kletskous (kwebbel; klep; kletskop; )
    la charladora; la parlanchina; la habladora; el parlanchines; el hablador; la parlanchín; el charlatán; la charlatana; el charlador

Vertaal Matrix voor kletskous:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charlador babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser babbelaar; bluffer; dikdoener; keuvelaar; klapekster; kletser; kouter; leuterkous; opschepper; opscheppers; ouwehoer; pocher; praatjesmakers; prater; snoever; snoevers; theetante; windbuil; windbuilen; zwamneus
charladora babbelaar; babbelaarster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; zwammer; zwetser
charlatana babbelaar; babbelaarster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; zwammer; zwetser
charlatán babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser babbelaar; beunhaas; bluffer; charlatan; dikdoener; hannes; hol vat; keutelaar; kletser; knoeier; kwakzalver; leeg vat; leuterkous; opschepper; opscheppers; ouwehoer; pocher; praatjesmakers; prutser; rommelaar; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; standwerker; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen; wonderdokter; zwamneus
cotorra babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous babbelaar; hannes; keutelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zwamneus
hablador babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser babbelaar; bluffer; dikdoener; flapuit; keuvelaar; klapekster; kletser; kouter; leuterkous; mompelaar; opschepper; opscheppers; ouwehoer; pocher; praatjesmakers; prater; snoever; snoevers; theetante; veelprater; windbuil; windbuilen; zwamneus
habladora babbelaar; babbelaarster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; zwammer; zwetser
parlanchina babbelaar; babbelaarster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; zwammer; zwetser
parlanchines babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser babbelaars; hannes; kletskoppen; kletskousen; kletsmajoors; kletsmajoren; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zwammers
parlanchín babbelaar; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwetser babbelaar; bluffer; dikdoener; flapuit; hannes; keutelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; prater; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; spraakwaterval; sukkel; talmer; teut; theetante; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charlador kletslustig
parlanchín babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam

Verwante woorden van "kletskous":


Wiktionary: kletskous

kletskous
noun
  1. kletser