Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. klepels:
  2. klepel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klepels (Nederlands) in het Spaans

klepels:

klepels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de klepels (snavels; vogelbekken)
    el picos
    • picos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klepels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
picos klepels; snavels; vogelbekken bekken; muilen; schenktuiten; tuiten

Verwante woorden van "klepels":


klepel:

klepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klepel (kleppel)
    el badajo
    • badajo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klepel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
badajo klepel; kleppel

Verwante woorden van "klepel":

  • klepelen, klepels, klepeltje, klepeltjes