Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cargante
|
|
zeemleder; zeemleer
|
pesado
|
|
chagrijn; druiloortje; ergernis; etter; etterbak; galbak; hinder; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; overlast; spelbreker
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cargante
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
beklagend; negatief; voortvarend; zeurderig
|
doloroso
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
aangrijpend; aanstootgevend; aanstotelijk; gevat; hartbrekend; hartverscheurend; pijnlijk; rouwig; schandalig; schandelijk; scherpzinnig; schrander; slim; smartelijk; snedig; stekend; treurig; uitgeslapen; verdrietig; verdrietig makend; verfoeilijk; zeer; zeer doend
|
lamentable
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
akelig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; bedrukt; belazerd; beroerd; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; excessief; extreem; flodderig; gedrukt; haveloos; heel erg; hogelijk; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pover; rampzalig; rouwig; schamel; sjofel; sjofeltjes; somber; ten zeerste; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; uitermate; uiterst; verdrietig; verlopen; week; zeer; zwak
|
lastimoso
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
akelig; beklagend; beroerd; chagrijnig; deplorabel; ellendig; gemelijk; humeurig; knorrig; lastige; meelijwekkend; miserabel; naar; naargeestig; negatief; nukkig; nurks; rouwig; sikkeneurig; slecht gehumeurd; somber; treurig; verdrietig; zeurderig
|
pesado
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
afgezaagd; beklagend; bezwaarlijk; corpulent; dik; eentonig; ellendig; ergerlijk; fantastisch; flauw; formidabel; geweldig; gezet; irritant; langdraadig; langwijlig; lastig; lijvig; lijzig; log; lomp; loom; machtig; melig; met bezwaren; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; monotoon; negatief; onsierlijk van gedaante; plomp; prachtig; rot; saai; slaapverwekkend; slecht verteerbaar; stomvervelend; vervelend; vetlijvig; voortvarend; zeurderig; zwaar; zwaarlijvig
|
plañidero
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
rouwig; treurig; verdrietig
|
quejicoso
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
beklagend; negatief; zeurderig
|
quejoso
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig
|
jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; rouwig; treurig; verdrietig; weeklagend
|