Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kiezels:
  2. kiezel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kiezels (Nederlands) in het Spaans

kiezels:

kiezels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kiezels (grindsteen; grind; kiezelsteentjes; keizand)
    la grava; la gravilla; el cascajo; el guijo
    • grava [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gravilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cascajo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • guijo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kiezels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cascajo grind; grindsteen; keizand; kiezels; kiezelsteentjes afval; kiezelzand; losse steen; rotzooi; scheepswrak; vuilnis; wrak
grava grind; grindsteen; keizand; kiezels; kiezelsteentjes bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; split; steengruis; steenslag
gravilla grind; grindsteen; keizand; kiezels; kiezelsteentjes
guijo grind; grindsteen; keizand; kiezels; kiezelsteentjes

Verwante woorden van "kiezels":


kiezels vorm van kiezel:

kiezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kiezel (kiezelsteen)
    el guijarro; el sílice; la piedrecita; la piedrita

Vertaal Matrix voor kiezel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guijarro kiezel; kiezelsteen bijou; gesteente; juweel; sieraad; steen
piedrecita kiezel; kiezelsteen bijou; juweel; sieraad; steentje
piedrita kiezel; kiezelsteen steentje
sílice kiezel; kiezelsteen kiezelaarde

Verwante woorden van "kiezel":


Wiktionary: kiezel

kiezel
noun
  1. 2
  2. silicium (zie silicium)

Cross Translation:
FromToVia
kiezel guijarro Kieselstein — in Flüssen und Bächen rund geschliffener kleiner oder mittelgroßer Stein
kiezel guijarro pebble — stone