Nederlands
Uitgebreide vertaling voor keperen (Nederlands) in het Spaans
keperen:
-
keperen
Conjugations for keperen:
o.t.t.
- keper
- kepert
- kepert
- keperen
- keperen
- keperen
o.v.t.
- keperde
- keperde
- keperde
- keperden
- keperden
- keperden
v.t.t.
- ben gekeperd
- bent gekeperd
- is gekeperd
- zijn gekeperd
- zijn gekeperd
- zijn gekeperd
v.v.t.
- was gekeperd
- was gekeperd
- was gekeperd
- waren gekeperd
- waren gekeperd
- waren gekeperd
o.t.t.t.
- zal keperen
- zult keperen
- zal keperen
- zullen keperen
- zullen keperen
- zullen keperen
o.v.t.t.
- zou keperen
- zou keperen
- zou keperen
- zouden keperen
- zouden keperen
- zouden keperen
diversen
- keper!
- kepert!
- gekeperd
- keperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor keperen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cruzar | overlopen; oversteken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cruzar | keperen | doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; dwars oversteken; een kruis slaan; in tweeën houwen; klieven; kloven; kruisen; opkruisen; oplaveren; overgaan; oversteken |
tejer con sarga | keperen |
Verwante woorden van "keperen":
keperen vorm van keper:
-
de keper (keperstof)
Vertaal Matrix voor keper:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sarga | keper; keperstof | dundoek; vlaggendoek |