Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kastjes:
  2. kastje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kastjes (Nederlands) in het Spaans

kastjes:

kastjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. kastjes (kabinetjes)
    la taquillas

Vertaal Matrix voor kastjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taquillas kabinetjes; kastjes loketten

Verwante woorden van "kastjes":


kastjes vorm van kastje:

kastje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kastje (kast; kabinetje)
    el armario; la armariete; la alacena

Vertaal Matrix voor kastje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alacena kabinetje; kast; kastje gezag; gouvernement; kabinet; regering; voorraadkelder; voorraadskelder
armariete kabinetje; kast; kastje
armario kabinetje; kast; kastje linnenkast

Verwante woorden van "kastje":