Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- kartel:
- kartelen:
-
Wiktionary:
- kartel → cartel, entalladura, cártel
- kartel → cártel, entalladura, ranura, hendidura
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kartel (Nederlands) in het Spaans
kartel:
-
de kartel (syndicaat)
-
de kartel (inkeping)
-
de kartel (karteling)
la escopleadura
Vertaal Matrix voor kartel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
consorcio | inkeping; kartel | compagnonschap; consortium; deelgenootschap |
cártel | inkeping; kartel | |
entalladura | inkeping; kartel | barst; boterham; gat; groef; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; kerfsnede; kloof; opening; plak brood; reet; scheur; snede; snee; sneetje; split; uitsparing |
escopleadura | kartel; karteling | inkeping; inkerving; keep; kerf; kerfsnede |
sindicato | inkeping; kartel; syndicaat | vakbeweging; vakbond; vakbondsbeweging; vakorganisatie; vakvereniging; werknemersbond |
Verwante woorden van "kartel":
Wiktionary: kartel
kartel
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kartel | → cártel | ↔ cartel — group of businesses or nations that collude to fix prices |
• kartel | → cártel | ↔ Kartell — gemäß Legaldefinition verbotene Vereinbarungen zwischen Unternehmern, Beschlüsse von Unternehmervereinigungen und aufeinander abgestimmte Verhaltensweisen, die eine Verhinderung, Einschränkung oder Verfälschung des Wettbewerbs bezwecken oder bewirken.Deutsches Recht: Gesetz gegen Wettbewerbsbeschränkungen (G |
• kartel | → entalladura | ↔ encoche — entaille en forme de coche. |
• kartel | → ranura; hendidura | ↔ rainure — mécanique|fr Petite entaille faite en long sur l’épaisseur d’une pièce mécanique, pour y assembler une autre pièce, ou pour servir à une coulisse. |
kartel vorm van kartelen:
-
kartelen (kartels krijgen)
picar; dentellar; escoplear; hacer muescas en-
picar werkwoord
-
dentellar werkwoord
-
escoplear werkwoord
-
hacer muescas en werkwoord
-
Conjugations for kartelen:
o.t.t.
- kartel
- kartelt
- kartelt
- kartelen
- kartelen
- kartelen
o.v.t.
- kartelde
- kartelde
- kartelde
- kartelden
- kartelden
- kartelden
v.t.t.
- heb gekarteld
- hebt gekarteld
- heeft gekarteld
- hebben gekarteld
- hebben gekarteld
- hebben gekarteld
v.v.t.
- had gekarteld
- had gekarteld
- had gekarteld
- hadden gekarteld
- hadden gekarteld
- hadden gekarteld
o.t.t.t.
- zal kartelen
- zult kartelen
- zal kartelen
- zullen kartelen
- zullen kartelen
- zullen kartelen
o.v.t.t.
- zou kartelen
- zou kartelen
- zou kartelen
- zouden kartelen
- zouden kartelen
- zouden kartelen
en verder
- is gekarteld
- zijn gekarteld
diversen
- kartel!
- kartelt!
- gekarteld
- kartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kartelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
picar | happen in; toehappen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dentellar | kartelen; kartels krijgen | bibberen; klappertanden; klepperen; kleumen; koulijden |
escoplear | kartelen; kartels krijgen | |
hacer muescas en | kartelen; kartels krijgen | inscherpen |
picar | kartelen; kartels krijgen | aanbijten; aanleiding geven tot; aanvreten; afbedelen; afbikken; afsnijden; bikken; bomen kappen; doorsteken; een inkeping maken; erdoor steken; eten; hakken; houwen; inbijten; inetsen; inkepen; inkerven; invreten; kappen; kepen; kerven; kietelen; kittelen; kriebelen; naar binnen werken; omhakken; ophitsen; prikken; provoceren; snijden; steken; steken geven; uitdagen; uitlokken; vellen; wegbikken |