Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- karakteriserend:
- karakteriseren:
-
Wiktionary:
- karakteriseren → caracterizar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor karakteriserend (Nederlands) in het Spaans
karakteriserend:
-
karakteriserend
típico; característico; descriptivo; típico de; caracterizante; característico de-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
descriptivo bijvoeglijk naamwoord
-
típico de bijvoeglijk naamwoord
-
caracterizante bijvoeglijk naamwoord
-
característico de bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor karakteriserend:
karakteriseren:
karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
-
karakteriseren (kenschetsen; kenmerken; typeren)
-
karakteriseren (kenmerken; tekenen; typeren; kenschetsen)
describir; caracterizar; distinguir; tipificar-
describir werkwoord
-
caracterizar werkwoord
-
distinguir werkwoord
-
tipificar werkwoord
-
Conjugations for karakteriseren:
o.t.t.
- karakteriseer
- karakteriseert
- karakteriseert
- karakteriseren
- karakteriseren
- karakteriseren
o.v.t.
- karakteriseerde
- karakteriseerde
- karakteriseerde
- karakteriseerden
- karakteriseerden
- karakteriseerden
v.t.t.
- heb gekarakteriseerd
- hebt gekarakteriseerd
- heeft gekarakteriseerd
- hebben gekarakteriseerd
- hebben gekarakteriseerd
- hebben gekarakteriseerd
v.v.t.
- had gekarakteriseerd
- had gekarakteriseerd
- had gekarakteriseerd
- hadden gekarakteriseerd
- hadden gekarakteriseerd
- hadden gekarakteriseerd
o.t.t.t.
- zal karakteriseren
- zult karakteriseren
- zal karakteriseren
- zullen karakteriseren
- zullen karakteriseren
- zullen karakteriseren
o.v.t.t.
- zou karakteriseren
- zou karakteriseren
- zou karakteriseren
- zouden karakteriseren
- zouden karakteriseren
- zouden karakteriseren
en verder
- ben gekarakteriseerd
- bent gekarakteriseerd
- is gekarakteriseerd
- zijn gekarakteriseerd
- zijn gekarakteriseerd
- zijn gekarakteriseerd
diversen
- karakteriseer!
- karakteriseert!
- gekarakteriseerd
- karakteriserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor karakteriseren:
Wiktionary: karakteriseren
karakteriseren
verb
-
(overgankelijk) kenmerken
- karakteriseren → caracterizar