Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kapen (Nederlands) in het Spaans
kapen:
Conjugations for kapen:
o.t.t.
- kaap
- kaapt
- kaapt
- kapen
- kapen
- kapen
o.v.t.
- kaapte
- kaapte
- kaapte
- kaapten
- kaapten
- kaapten
v.t.t.
- heb gekaapt
- hebt gekaapt
- heeft gekaapt
- hebben gekaapt
- hebben gekaapt
- hebben gekaapt
v.v.t.
- had gekaapt
- had gekaapt
- had gekaapt
- hadden gekaapt
- hadden gekaapt
- hadden gekaapt
o.t.t.t.
- zal kapen
- zult kapen
- zal kapen
- zullen kapen
- zullen kapen
- zullen kapen
o.v.t.t.
- zou kapen
- zou kapen
- zou kapen
- zouden kapen
- zouden kapen
- zouden kapen
en verder
- ben gekaapt
- bent gekaapt
- is gekaapt
- zijn gekaapt
- zijn gekaapt
- zijn gekaapt
diversen
- kaap!
- kaapt!
- gekaapt
- kapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kapen:
Verwante woorden van "kapen":
Wiktionary: kapen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kapen | → piratear | ↔ hijack — to seize control of a vehicle |
• kapen | → secuestrar; raptar; plagiar | ↔ entführen — jemanden (oder etwas in dem sich Personen befinden) heimlich oder gewaltsam wegbringen, verschleppen |
kapen vorm van kap:
-
de kap (hoofddeksel)
-
de kap (overkapping; dak; overdekking; afdekkap; koepel)
Vertaal Matrix voor kap:
Verwante woorden van "kap":
Wiktionary: kap
kap
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kap | → cofre; capirote; bonete; capó | ↔ bonnet — cover over the engine of a motor car |
• kap | → tapa; cubierta | ↔ cover — lid |
• kap | → cubierta; casco; campana | ↔ hood — protective cover |
• kap | → capirote; pasamontañas; pasamontaña; capucha | ↔ hood — headwear |
• kap | → capirote; bonete; capó; cofre | ↔ hood — front of car |
• kap | → manta; cobija; tapa | ↔ couverture — Grande pièce d’étoffe épaisse |
• kap | → techo; tejado; techumbre | ↔ toit — Couverture d’un immeuble (1): |