Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kalk (Nederlands) in het Spaans

kalk:

kalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kalk
    el calcio; la cal; la escayola; el estuco; el yeso; el emplasto
    • calcio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cal [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escayola [la ~] zelfstandig naamwoord
    • estuco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • yeso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • emplasto [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kalk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cal kalk pleister; stuc; witkalk; witsel
calcio kalk calcium; pleister; stuc
emplasto kalk hechtpleister; kleefpleister; pleister; stuc
escayola kalk gips; gipsverband; hechtpleister; kleefpleister; pleister; stuc
estuco kalk plamuur; plamuursel; pleister; stuc
yeso kalk afgieting; afgietsel; gietsel; gips; pleister; stuc; vorm

Verwante woorden van "kalk":


Wiktionary: kalk

kalk
noun
  1. aanduiding voor een aantal alkalische zouten van calcium

Cross Translation:
FromToVia
kalk cal viva; cal quicklime — lime produced by heating limestone
kalk cal chaux — chimie|fr (vieilli) ou (familier, fr) ancienne dénomination de calcium, dans des dénominations de corps chimiques.

kalken:

kalken werkwoord (kalk, kalkt, kalkte, kalkten, gekalkt)

  1. kalken (kladden)
  2. kalken (pennen; schrijven)
  3. kalken (witten; sausen)
    blanquear; garabatear; encalar; enjalbegar

Conjugations for kalken:

o.t.t.
  1. kalk
  2. kalkt
  3. kalkt
  4. kalken
  5. kalken
  6. kalken
o.v.t.
  1. kalkte
  2. kalkte
  3. kalkte
  4. kalkten
  5. kalkten
  6. kalkten
v.t.t.
  1. heb gekalkt
  2. hebt gekalkt
  3. heeft gekalkt
  4. hebben gekalkt
  5. hebben gekalkt
  6. hebben gekalkt
v.v.t.
  1. had gekalkt
  2. had gekalkt
  3. had gekalkt
  4. hadden gekalkt
  5. hadden gekalkt
  6. hadden gekalkt
o.t.t.t.
  1. zal kalken
  2. zult kalken
  3. zal kalken
  4. zullen kalken
  5. zullen kalken
  6. zullen kalken
o.v.t.t.
  1. zou kalken
  2. zou kalken
  3. zou kalken
  4. zouden kalken
  5. zouden kalken
  6. zouden kalken
diversen
  1. kalk!
  2. kalkt!
  3. gekalkt
  4. kalkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kalken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escribir uitschrijven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blanquear kalken; sausen; witten bleek worden; bleken; legaliseren; logen; opbleken; verbleken; wit worden; witwassen
encalar kalken; sausen; witten
enjalbegar kalken; sausen; witten
escribir kalken; pennen; schrijven boeken; corresponderen; een briefwisseling hebben; invoeren; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; schrijven; typen; vastleggen
escribir con mala letra kalken; kladden
escribir mucho kalken; pennen; schrijven
garabatear kalken; kladden; sausen; witten krabbelen
pintarrajear kalken; kladden bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; neerkladden
pintorrear kalken; kladden kladderen; kliederen; klodderen

Verwante woorden van "kalken":