Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kaas (Nederlands) in het Spaans
kaas:
Vertaal Matrix voor kaas:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
queso | kaas |
Verwante woorden van "kaas":
Verwante definities voor "kaas":
kaas vorm van kazen:
-
kazen
obstruir; entorpecer; obstaculizar; endurecerse; cuajarse; atiesar; coagularse; solidificarse; volver a almidonar; hacerse natilla-
obstruir werkwoord
-
entorpecer werkwoord
-
obstaculizar werkwoord
-
endurecerse werkwoord
-
cuajarse werkwoord
-
atiesar werkwoord
-
coagularse werkwoord
-
solidificarse werkwoord
-
volver a almidonar werkwoord
-
hacerse natilla werkwoord
-
Conjugations for kazen:
o.t.t.
- kaas
- kaast
- kaast
- kazen
- kazen
- kazen
o.v.t.
- kaasde
- kaasde
- kaasde
- kaasden
- kaasden
- kaasden
v.t.t.
- heb gekaasd
- hebt gekaasd
- heeft gekaasd
- hebben gekaasd
- hebben gekaasd
- hebben gekaasd
v.v.t.
- had gekaasd
- had gekaasd
- had gekaasd
- hadden gekaasd
- hadden gekaasd
- hadden gekaasd
o.t.t.t.
- zal kazen
- zult kazen
- zal kazen
- zullen kazen
- zullen kazen
- zullen kazen
o.v.t.t.
- zou kazen
- zou kazen
- zou kazen
- zouden kazen
- zouden kazen
- zouden kazen
diversen
- kaas!
- kaast!
- gekaasd
- kazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kazen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
obstaculizar | belemmeren; beperken | |
obstruir | belemmeren; beperken | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
atiesar | kazen | stijf maken; stijven |
coagularse | kazen | klonteren; koeken |
cuajarse | kazen | klonteren; opstijven; stijf worden; stremmen |
endurecerse | kazen | hard worden; opstijven; verharden |
entorpecer | kazen | afstompen; krachteloos maken; kwaad doen; nadelig zijn; ontwrichten; schaden; verlammen; vervlakken |
hacerse natilla | kazen | |
obstaculizar | kazen | barricaderen; belemmeren; beletten; doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verhinderen; verijdelen; versperren; voorkomen; voorkómen; weerstreven |
obstruir | kazen | barricaderen; bemoeilijken; moeilijker maken; versperren; zwaarder maken |
solidificarse | kazen | tot steen worden; verstenen |
volver a almidonar | kazen |