Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. jasjes:
  2. jasje:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jasjes (Nederlands) in het Spaans

jasjes:

jasjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. jasjes
    la chaquetas

Vertaal Matrix voor jasjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaquetas jasjes

Verwante woorden van "jasjes":


jasjes vorm van jasje:

jasje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het jasje (colbert)
    la chaqueta; la americana
  2. het jasje (jekker; jas)
    la rebeca; la parka
    • rebeca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • parka [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jasje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
americana colbert; jasje halflange herenjas; jack; jak
chaqueta colbert; jasje beeldbuis; buis; halflange herenjas; jack; jak; mantel; overjas; triktrak
parka jas; jasje; jekker
rebeca jas; jasje; jekker

Verwante woorden van "jasje":


Wiktionary: jasje

jasje
noun
  1. verkleinwoord van jas, een kledingstuk dat over andere kledingstukken gedragen wordt en die de romp en armen bedekt

Cross Translation:
FromToVia
jasje americana; chaqueta veston — habil|fr vêtement masculin, d’intérieur ou de ville, court et sans basques.

Computer vertaling door derden: