Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor issue (Nederlands) in het Spaans

issue:

issue [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het issue (kwestie; punt)
    el asunto; el tópico; la materia de discusión; el tema; el objeto de discusión

Vertaal Matrix voor issue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asunto issue; kwestie; punt aangelegenheid; affaire; ambacht; chapiter; geval; hoofdstuk; kapittel; kwestie; kwesties; métier; onderwerp; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; stiel; subject; thema; thema van een boek; vak; vraagstuk; zaak; zwaarte
materia de discusión issue; kwestie; punt feit; gebeurtenis; geschil; incident; kwestie; probleem; ruzie; twist; verschilpunt; voorval; vraagstuk
objeto de discusión issue; kwestie; punt casus; feit; gebeurtenis; geval; incident; kwestie; probleem; voorval; vraagstuk
tema issue; kwestie; punt bureaubladthema; geschrevene; onderwerp; subject; tekstboek; thema; thema van een boek
tópico issue; kwestie; punt casus; cliché; dooddoener; feit; gebeurtenis; gemeenplaats; geval; incident; kwestie; kwesties; probleem; problematiek; problemen; stereotiep beeld; stereotype; voorval; vraagstuk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tópico cliché

Verwante woorden van "issue":

  • issues