Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. interruptie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor interruptie (Nederlands) in het Spaans

interruptie:

interruptie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de interruptie (onderbreking; verbreking; breuk)
    la interrupción; la ruptura; la fracción; la rotura

Vertaal Matrix voor interruptie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fracción breuk; interruptie; onderbreking; verbreking afdeling; barst; breuk; breukgetal; deel; departement; detachement; fractie; gedeelte; krak; machtsblok; part; scheur; sectie; stuk; tak
interrupción breuk; interruptie; onderbreking; verbreking IRQ; gelazer; interrupt; interruptaanvraag; narigheid; onderbreking; rust; rustpauze; rustpoos; rusttijd; speelkwartier; storing; trammelant; verpozing; werkpauze
rotura breuk; interruptie; onderbreking; verbreking barst; breuk; deel; fractie; fractuur; gedeelte; knak; knik; krak; openscheuring; part; scheur; stuk
ruptura breuk; interruptie; onderbreking; verbreking barst; breken; breuk; deel; dijkbreuk; doorbraak; doorbreken; doorbreking; fractie; gedeelte; krak; openscheuring; part; ruptuur; scheur; scheuring; stuk

Verwante woorden van "interruptie":

  • interrupties

Wiktionary: interruptie


Cross Translation:
FromToVia
interruptie pausa hiatus — interruption, break or pause