Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inspecteurs (Nederlands) in het Spaans
inspecteurs:
-
de inspecteurs (opzieners; toezichthouders; opzichters; surveillanten)
Vertaal Matrix voor inspecteurs:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
guardia | inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders | agent; bewaker; cipier; deurwachter; diender; garde; gerechtsdienaar; gevangenbewaarder; konstabel; op wacht staan; ordebewaarder; persoon die op wacht staat; politieagent; portier; schildwacht; suppoost; waak; wacht; wachten; wachter; wake |
inspectoras | inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders | |
inspectores | inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders | opzichters; opzieners |
supervisores | inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders | |
vigilantes | inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders | suppoosten; toezichthouders; zaalwachters |
Verwante woorden van "inspecteurs":
inspecteur:
-
de inspecteur (controleur)
Vertaal Matrix voor inspecteur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inspector | controleur; inspecteur | conducteur; controleur; dierverzorger; oppasser; opzichter; opziener; treinconducteur; verzorger; visiteur |
supervisor | controleur; inspecteur | conducteur; controleur; dierverzorger; oppasser; opzichter; opziener; suppoost; treinconducteur; verzorger; zaalwachter |
Verwante woorden van "inspecteur":
Wiktionary: inspecteur
inspecteur
Cross Translation:
noun
-
beroep|nld iemand wiens taak het is inspecties uit te voeren
- inspecteur → inspector
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inspecteur | → inspector | ↔ inspecteur — Celui, celle dont la fonction est d’inspecter, de surveiller quelque chose. |