Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. inspannend:
  2. inspannen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inspannend (Nederlands) in het Spaans

inspannend:

inspannend bijvoeglijk naamwoord

  1. inspannend (veeleisend)
    exigente; difícil

Vertaal Matrix voor inspannend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
difícil inspannend; veeleisend benard; benauwd; bezwaarlijk; delicaat; ernstig; hachelijk; hartig; hoofdbrekend; kritiek; kritisch; lastig; lastige; met bezwaren; moeilijk; netelig; niet makkelijk; niet schikkend; ongemakkelijk; penibel; pittig; pittig gesprek; precair; problematisch; stevig; storend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
exigente inspannend; veeleisend dwingend; eisend; gebiedend; gelastend; imperatief; kritisch; moeilijk; problematisch; vereisend

Verwante woorden van "inspannend":

  • inspannender, inspannendere

inspannen:

inspannen werkwoord (span in, spant in, spande in, spanden in, ingespannen)

  1. inspannen (moeite geven)
  2. inspannen (aanspannen)
    uncir

Conjugations for inspannen:

o.t.t.
  1. span in
  2. spant in
  3. spant in
  4. spannen in
  5. spannen in
  6. spannen in
o.v.t.
  1. spande in
  2. spande in
  3. spande in
  4. spanden in
  5. spanden in
  6. spanden in
v.t.t.
  1. heb ingespannen
  2. hebt ingespannen
  3. heeft ingespannen
  4. hebben ingespannen
  5. hebben ingespannen
  6. hebben ingespannen
v.v.t.
  1. had ingespannen
  2. had ingespannen
  3. had ingespannen
  4. hadden ingespannen
  5. hadden ingespannen
  6. hadden ingespannen
o.t.t.t.
  1. zal inspannen
  2. zult inspannen
  3. zal inspannen
  4. zullen inspannen
  5. zullen inspannen
  6. zullen inspannen
o.v.t.t.
  1. zou inspannen
  2. zou inspannen
  3. zou inspannen
  4. zouden inspannen
  5. zouden inspannen
  6. zouden inspannen
en verder
  1. ben ingespannen
  2. bent ingespannen
  3. is ingespannen
  4. zijn ingespannen
  5. zijn ingespannen
  6. zijn ingespannen
diversen
  1. span in!
  2. spant in!
  3. ingespannen
  4. inspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inspannen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esforzarse inspannen; moeite geven getroosten; grondig te werk gaan; inzet tonen; inzetten; moeite doen
uncir aanspannen; inspannen

Antoniemen van "inspannen":


Verwante definities voor "inspannen":

  1. er je best voor doen1
    • zij spant zich enorm in voor de vereniging1
  2. je kracht gebruiken1
    • hij heeft zich ingespannen om die kast te versjouwen1
  3. voor de wagen vastmaken1
    • het paard werd ingespannen1

Wiktionary: inspannen


Cross Translation:
FromToVia
inspannen esforzar exert — to put in vigorous action
inspannen uncir attelerattacher des bêtes de trait à une voiture, à une charrue, etc.