Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. inregelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inregelen (Nederlands) in het Spaans

inregelen:

inregelen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. inregelen (afstemmen; regelen; instellen; afstellen)
    el regular; el atonar; el poner a tono

Vertaal Matrix voor inregelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atonar afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
poner a tono afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
regular afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poner a tono op elkaar afstemmen
regular afdoen; afhandelen; afstellen; afstemmen; beslechten; bijstellen; regelen; reguleren; twist uit de weg ruimen; zich voegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regular dikwijls; doorsnee; fatsoenlijk; frequent; gemiddeld; geregeld; goed geordend; matig; medium; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; methodisch; middelmatig; min; modaal; netjes; niet al te best; onbeduidend; op vaste tijden; ordentelijk; planmatig; regelmatig; regulier; stelselmatig; systematisch; vaak; veelvuldig; welgeordend; zwak; zwakjes