Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. inmetselen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inmetselen (Nederlands) in het Spaans

inmetselen:

inmetselen werkwoord (metsel in, metselt in, metselde in, metselden in, ingemetseld)

  1. inmetselen
    empotrar; amurallar

Conjugations for inmetselen:

o.t.t.
  1. metsel in
  2. metselt in
  3. metselt in
  4. metselen in
  5. metselen in
  6. metselen in
o.v.t.
  1. metselde in
  2. metselde in
  3. metselde in
  4. metselden in
  5. metselden in
  6. metselden in
v.t.t.
  1. heb ingemetseld
  2. hebt ingemetseld
  3. heeft ingemetseld
  4. hebben ingemetseld
  5. hebben ingemetseld
  6. hebben ingemetseld
v.v.t.
  1. had ingemetseld
  2. had ingemetseld
  3. had ingemetseld
  4. hadden ingemetseld
  5. hadden ingemetseld
  6. hadden ingemetseld
o.t.t.t.
  1. zal inmetselen
  2. zult inmetselen
  3. zal inmetselen
  4. zullen inmetselen
  5. zullen inmetselen
  6. zullen inmetselen
o.v.t.t.
  1. zou inmetselen
  2. zou inmetselen
  3. zou inmetselen
  4. zouden inmetselen
  5. zouden inmetselen
  6. zouden inmetselen
en verder
  1. ben ingemetseld
  2. bent ingemetseld
  3. is ingemetseld
  4. zijn ingemetseld
  5. zijn ingemetseld
  6. zijn ingemetseld
diversen
  1. metsel in!
  2. metselt in!
  3. ingemetseld
  4. inmetselend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inmetselen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amurallar inmetselen ommuren
empotrar inmetselen inbouwen; omheinen; ommuren