Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- initiëren:
-
Wiktionary:
- initiëren → iniciar
- initiëren → desencadenar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor initiëren (Nederlands) in het Spaans
initiëren:
-
initiëren (op gang brengen)
establecer; iniciar; acondicionar; implantar; fundar; instalar; poner en marcha; incoar; poner en movimiento; crear; formar; enfocar; introducir; encaminarse-
establecer werkwoord
-
iniciar werkwoord
-
acondicionar werkwoord
-
implantar werkwoord
-
fundar werkwoord
-
instalar werkwoord
-
poner en marcha werkwoord
-
incoar werkwoord
-
poner en movimiento werkwoord
-
crear werkwoord
-
formar werkwoord
-
enfocar werkwoord
-
introducir werkwoord
-
encaminarse werkwoord
-
Vertaal Matrix voor initiëren:
Computer vertaling door derden: