Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ingesloten (Nederlands) in het Spaans
ingesloten:
-
ingesloten (omsingeld)
incluido; anexo; sellado; encasillado; incluso; aislado; añadido; envuelto; encerrado; designado; encarcelado; copado; precintado; encuadrado-
incluido bijvoeglijk naamwoord
-
anexo bijvoeglijk naamwoord
-
sellado bijvoeglijk naamwoord
-
encasillado bijvoeglijk naamwoord
-
incluso bijvoeglijk naamwoord
-
aislado bijvoeglijk naamwoord
-
añadido bijvoeglijk naamwoord
-
envuelto bijvoeglijk naamwoord
-
encerrado bijvoeglijk naamwoord
-
designado bijvoeglijk naamwoord
-
encarcelado bijvoeglijk naamwoord
-
copado bijvoeglijk naamwoord
-
precintado bijvoeglijk naamwoord
-
encuadrado bijvoeglijk naamwoord
-
-
ingesloten (inbegrepen; inclusief; met inbegrip van; mee inberekend; incluis)
Vertaal Matrix voor ingesloten:
insluiten:
-
insluiten (bijsluiten; toevoegen; bijvoegen)
incluir; acompañar; adjuntar; agregar; envolver; encerrar; abarcar; dominar; añadir; cubrir; encapsular; contener; abrazar; limitar; aislar; restringir; acorralar; englobar; copar; comprimir; contornear-
incluir werkwoord
-
acompañar werkwoord
-
adjuntar werkwoord
-
agregar werkwoord
-
envolver werkwoord
-
encerrar werkwoord
-
abarcar werkwoord
-
dominar werkwoord
-
añadir werkwoord
-
cubrir werkwoord
-
encapsular werkwoord
-
contener werkwoord
-
abrazar werkwoord
-
limitar werkwoord
-
aislar werkwoord
-
restringir werkwoord
-
acorralar werkwoord
-
englobar werkwoord
-
copar werkwoord
-
comprimir werkwoord
-
contornear werkwoord
-
-
insluiten (omsingelen; omsluiten)
-
insluiten
Conjugations for insluiten:
o.t.t.
- sluit in
- sluit in
- sluit in
- sluiten in
- sluiten in
- sluiten in
o.v.t.
- sloot in
- sloot in
- sloot in
- sloten in
- sloten in
- sloten in
v.t.t.
- heb ingesloten
- hebt ingesloten
- heeft ingesloten
- hebben ingesloten
- hebben ingesloten
- hebben ingesloten
v.v.t.
- had ingesloten
- had ingesloten
- had ingesloten
- hadden ingesloten
- hadden ingesloten
- hadden ingesloten
o.t.t.t.
- zal insluiten
- zult insluiten
- zal insluiten
- zullen insluiten
- zullen insluiten
- zullen insluiten
o.v.t.t.
- zou insluiten
- zou insluiten
- zou insluiten
- zouden insluiten
- zouden insluiten
- zouden insluiten
en verder
- ben ingesloten
- bent ingesloten
- is ingesloten
- zijn ingesloten
- zijn ingesloten
- zijn ingesloten
diversen
- sluit in!
- sluit in!
- ingesloten
- insluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor insluiten:
Wiktionary: insluiten
insluiten
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• insluiten | → circundar; envolver; cercar | ↔ surround — to encircle something or simultaneously extend in all directions |
• insluiten | → implicar | ↔ impliquer — envelopper, engager, en parlant d’un crime ou de quelque affaire fâcheux. |
• insluiten | → apretar | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
Computer vertaling door derden: