Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. inbreuk maken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inbreuk maken (Nederlands) in het Spaans

inbreuk maken:

inbreuk maken werkwoord (maak inbreuk, maakt inbreuk, maakte inbreuk, maakten inbreuk, inbreuk gemaakt)

  1. inbreuk maken (overtreden)
    violar

Conjugations for inbreuk maken:

o.t.t.
  1. maak inbreuk
  2. maakt inbreuk
  3. maakt inbreuk
  4. maken inbreuk
  5. maken inbreuk
  6. maken inbreuk
o.v.t.
  1. maakte inbreuk
  2. maakte inbreuk
  3. maakte inbreuk
  4. maakten inbreuk
  5. maakten inbreuk
  6. maakten inbreuk
v.t.t.
  1. heb inbreuk gemaakt
  2. hebt inbreuk gemaakt
  3. heeft inbreuk gemaakt
  4. hebben inbreuk gemaakt
  5. hebben inbreuk gemaakt
  6. hebben inbreuk gemaakt
v.v.t.
  1. had inbreuk gemaakt
  2. had inbreuk gemaakt
  3. had inbreuk gemaakt
  4. hadden inbreuk gemaakt
  5. hadden inbreuk gemaakt
  6. hadden inbreuk gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal inbreuk maken
  2. zult inbreuk maken
  3. zal inbreuk maken
  4. zullen inbreuk maken
  5. zullen inbreuk maken
  6. zullen inbreuk maken
o.v.t.t.
  1. zou inbreuk maken
  2. zou inbreuk maken
  3. zou inbreuk maken
  4. zouden inbreuk maken
  5. zouden inbreuk maken
  6. zouden inbreuk maken
en verder
  1. is inbreuk gemaakt
diversen
  1. maak inbreuk!
  2. maakt inbreuk!
  3. inbreuk gemaakt
  4. inbreuk makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inbreuk maken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
violar aanranden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
violar inbreuk maken; overtreden aanranden; geweld gebruiken; misbruiken; onteren; ontheiligen; ontwijden; schenden; verkrachten; zich aan iemand vergrijpen

Verwante vertalingen van inbreuk maken