Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. in de buurt:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor in de buurt (Nederlands) in het Spaans

in de buurt:

in de buurt bijvoeglijk naamwoord

  1. in de buurt (nabijgelegen; dichtbij; vlakbij; nabij)
    en las proximidades de; cerca; cerca de; cercano; junto a

Vertaal Matrix voor in de buurt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerca afsluitboom; afsluiting; barricade; hekwerk; rasterwerk; slagboom; sluitboom; versperring
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerca dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij eng; krap; met weinig ruimte; nabije; nauw
cerca de dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij bij de; circa; nabije; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg
cercano dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij afgesloten; dicht; dicht op elkaar; dicht opeen; gesloten; nabije; toe
en las proximidades de dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij nabije
junto a dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij bij de; daarnaast; daarnevens; ernaast; hiernaast; langs; langszij; naast dit

Wiktionary: in de buurt


Cross Translation:
FromToVia
in de buurt cerca about — in the immediate neighborhood of

Verwante vertalingen van in de buurt