Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- imponerend:
- imponeren:
-
Wiktionary:
- imponerend → majestuoso, considerable, notable
- imponeren → imponer, impresionar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor imponerend (Nederlands) in het Spaans
imponerend:
-
imponerend (indrukwekkend; imposant; groots; ontzagwekkend)
impresionante; imponente; majestuoso; magnífico; soberbio; admirable; grande; asombroso; grandioso; pasmante-
impresionante bijvoeglijk naamwoord
-
imponente bijvoeglijk naamwoord
-
majestuoso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
soberbio bijvoeglijk naamwoord
-
admirable bijvoeglijk naamwoord
-
grande bijvoeglijk naamwoord
-
asombroso bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
pasmante bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor imponerend:
Wiktionary: imponerend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• imponerend | → majestuoso; considerable; notable | ↔ imposant — Qui imposer, qui est propre à s’attirer de l’attention, des égards, du respect. |
imponeren:
-
imponeren
-
imponeren (ontzag inboezemen; indruk maken; eerbied wekken)
impresionar; imponer respeto; imprentar; infundir respeto; inspirar respeto-
impresionar werkwoord
-
imponer respeto werkwoord
-
imprentar werkwoord
-
infundir respeto werkwoord
-
inspirar respeto werkwoord
-
Conjugations for imponeren:
o.t.t.
- imponeer
- imponeert
- imponeert
- imponeren
- imponeren
- imponeren
o.v.t.
- imponeerde
- imponeerde
- imponeerde
- imponeerden
- imponeerden
- imponeerden
v.t.t.
- heb geïmponeerd
- hebt geïmponeerd
- heeft geïmponeerd
- hebben geïmponeerd
- hebben geïmponeerd
- hebben geïmponeerd
v.v.t.
- had geïmponeerd
- had geïmponeerd
- had geïmponeerd
- hadden geïmponeerd
- hadden geïmponeerd
- hadden geïmponeerd
o.t.t.t.
- zal imponeren
- zult imponeren
- zal imponeren
- zullen imponeren
- zullen imponeren
- zullen imponeren
o.v.t.t.
- zou imponeren
- zou imponeren
- zou imponeren
- zouden imponeren
- zouden imponeren
- zouden imponeren
en verder
- ben geïmponeerd
- bent geïmponeerd
- is geïmponeerd
- zijn geïmponeerd
- zijn geïmponeerd
- zijn geïmponeerd
diversen
- imponeer!
- imponeert!
- geïmponeerd
- imponerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor imponeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
imponer respeto | eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen | |
imprentar | eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen | eerbied inboezemen |
impresionar | eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen | eerbied inboezemen |
infundir respeto | eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen | eerbied inboezemen |
inspirar respeto | eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen | eerbied inboezemen |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
impresionar | imponeren |
Wiktionary: imponeren
imponeren
verb
-
ontzag inboezemen
- imponeren → imponer; impresionar