Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. hulpeloos:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hulpeloos (Nederlands) in het Spaans

hulpeloos:

hulpeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. hulpeloos (weerloos)
    desamparado; indefenso
  2. hulpeloos (onmachtig)
    impotente; sin potencia; sin fuerza

Vertaal Matrix voor hulpeloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desamparado hulpeloos; weerloos
impotente hulpeloos; onmachtig impotent; machteloos; onmachtig
indefenso hulpeloos; weerloos machteloos; onmachtig
sin fuerza hulpeloos; onmachtig bleekjes; dun; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krachteloos; krakkemikkig; machteloos; mager; onmachtig; pips; schraal; schriel; slap; slapjes; wankel; wee; ziekelijk; zwak
sin potencia hulpeloos; onmachtig krachteloos; machteloos; onmachtig

Verwante woorden van "hulpeloos":


Wiktionary: hulpeloos

hulpeloos
adjective
  1. niet in staat zichzelf te helpen

Cross Translation:
FromToVia
hulpeloos indefenso helpless — unable to defend oneself or to act without help