Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. huisschoen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisschoen (Nederlands) in het Spaans

huisschoen:

huisschoen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. huisschoen (pantoffel; muil; slof)
    la zapatilla; la pantufla; la babucha; la chinela

Vertaal Matrix voor huisschoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
babucha huisschoen; muil; pantoffel; slof
chinela huisschoen; muil; pantoffel; slof
pantufla huisschoen; muil; pantoffel; slof
zapatilla huisschoen; muil; pantoffel; slof