Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. huisschilder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisschilder (Nederlands) in het Spaans

huisschilder:

huisschilder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de huisschilder (schilder; verver; huisschilderes)
    el pintor de brocha gorda; el pintor

Vertaal Matrix voor huisschilder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pintor huisschilder; huisschilderes; schilder; verver kunstschilder
pintor de brocha gorda huisschilder; huisschilderes; schilder; verver broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier

Verwante woorden van "huisschilder":


Wiktionary: huisschilder

huisschilder
noun
  1. iemand die beroepsmatig schilderwerken aan en in gebouwen uitvoerd

Cross Translation:
FromToVia
huisschilder pintor; pintora; barnizador; barnizadora painter — laborer
huisschilder pintor peintreartiste utilisant la peinture pour son art.