Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hoogheid (Nederlands) in het Spaans
hoogheid:
-
de hoogheid (eminentie; grootheid; verhevenheid; aanzien; edel; verheffing)
Vertaal Matrix voor hoogheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alteza | aanzien; edel; eminentie; grootheid; hoogheid; verheffing; verhevenheid | doorluchtigheid |
eminencia | aanzien; edel; eminentie; grootheid; hoogheid; verheffing; verhevenheid | hoogwaardigheid |
nobleza | aanzien; edel; eminentie; grootheid; hoogheid; verheffing; verhevenheid | adel; adeldom; adelstand; buil; bult; edelen; kneuswond; kneuzing; letsel |
Verwante woorden van "hoogheid":
hoogheid vorm van hoog:
-
hoog (hooggelegen)
-
hoog (schel; scherp; schril; hard; snerpend)
agudo; fuerte; penetrante-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
penetrante bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor hoog:
Verwante woorden van "hoog":
Antoniemen van "hoog":
Verwante definities voor "hoog":
Wiktionary: hoog
hoog
Cross Translation:
adjective
-
2, 3, 4
- hoog → alto
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hoog | → elevado; alto | ↔ high — elevated |
• hoog | → alto | ↔ high — tall, lofty |
• hoog | → agudo | ↔ sharp — musically higher-pitched than desired |
• hoog | → alto | ↔ tall — of a building |
• hoog | → alto | ↔ hoch — sozial: vornehm, im Rang weit oben stehend |
• hoog | → alto | ↔ hoch — akustische Wahrnehmung: mit großer Schwingungszahl |
• hoog | → alto | ↔ hoch — groß in der Ausdehnung nach oben; eine bestimmte Höhe aufweisend |
• hoog | → alto | ↔ hoch — weit oben befindlich |