Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. heupwiegen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heupwiegen (Nederlands) in het Spaans

heupwiegen:

heupwiegen werkwoord (heupwieg, heupwiegt, heupwiegde, heupwiegden, geheupwiegd)

  1. heupwiegen (heupzwaaien; heupwiebelen)

Conjugations for heupwiegen:

o.t.t.
  1. heupwieg
  2. heupwiegt
  3. heupwiegt
  4. heupwiegen
  5. heupwiegen
  6. heupwiegen
o.v.t.
  1. heupwiegde
  2. heupwiegde
  3. heupwiegde
  4. heupwiegden
  5. heupwiegden
  6. heupwiegden
v.t.t.
  1. heb geheupwiegd
  2. hebt geheupwiegd
  3. heeft geheupwiegd
  4. hebben geheupwiegd
  5. hebben geheupwiegd
  6. hebben geheupwiegd
v.v.t.
  1. had geheupwiegd
  2. had geheupwiegd
  3. had geheupwiegd
  4. hadden geheupwiegd
  5. hadden geheupwiegd
  6. hadden geheupwiegd
o.t.t.t.
  1. zal heupwiegen
  2. zult heupwiegen
  3. zal heupwiegen
  4. zullen heupwiegen
  5. zullen heupwiegen
  6. zullen heupwiegen
o.v.t.t.
  1. zou heupwiegen
  2. zou heupwiegen
  3. zou heupwiegen
  4. zouden heupwiegen
  5. zouden heupwiegen
  6. zouden heupwiegen
diversen
  1. heupwieg!
  2. heupwiegt!
  3. geheupwiegd
  4. heupwiegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

heupwiegen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. heupwiegen (heupzwaaien)
    el movimientos de cadera

Vertaal Matrix voor heupwiegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
movimientos de cadera heupwiegen; heupzwaaien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contonearse heupwiebelen; heupwiegen; heupzwaaien

Computer vertaling door derden: