Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hees (Nederlands) in het Spaans
hees:
-
hees (schor)
afónico; enronquecido; áspero; ronco-
afónico bijvoeglijk naamwoord
-
enronquecido bijvoeglijk naamwoord
-
áspero bijvoeglijk naamwoord
-
ronco bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor hees:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afónico | hees; schor | |
enronquecido | hees; schor | |
ronco | hees; schor | chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks |
áspero | hees; schor | bits; doordringend; geaccidenteerd; gevat; hobbelig; indringend; kattig; koppig; oneffen; ongelijkmatig; onvriendelijk; onwillig; pinnig; puntig; ruige; schel klinkend; scherp; scherp gepunt; scherpzinnig; schofterig; schrander; slim; snauwerig; snedig; snibbig; spinnig; tegendraads; uitgeslapen; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; week; weerbarstig; weerspannig; zwak |
Verwante woorden van "hees":
hees vorm van hijsen:
-
hijsen (omhoog heffen; opheffen; heffen)
-
hijsen (ophijsen)
Conjugations for hijsen:
o.t.t.
- hijs
- hijst
- hijst
- hijsen
- hijsen
- hijsen
o.v.t.
- hees
- hees
- hees
- hesen
- hesen
- hesen
v.t.t.
- heb gehesen
- hebt gehesen
- heeft gehesen
- hebben gehesen
- hebben gehesen
- hebben gehesen
v.v.t.
- had gehesen
- had gehesen
- had gehesen
- hadden gehesen
- hadden gehesen
- hadden gehesen
o.t.t.t.
- zal hijsen
- zult hijsen
- zal hijsen
- zullen hijsen
- zullen hijsen
- zullen hijsen
o.v.t.t.
- zou hijsen
- zou hijsen
- zou hijsen
- zouden hijsen
- zouden hijsen
- zouden hijsen
en verder
- is gehesen
- zijn gehesen
diversen
- hijs!
- hijst!
- gehesen
- hijsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze