Nederlands
Uitgebreide vertaling voor halfgaar (Nederlands) in het Spaans
halfgaar:
-
halfgaar (niet volkomen gaar; halfbakken)
-
halfgaar (halfzacht; niet helemaal in orde; eiig)
medio hecho; chiflado; blandengue-
medio hecho bijvoeglijk naamwoord
-
chiflado bijvoeglijk naamwoord
-
blandengue bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor halfgaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blandengue | groentje; lafaard; lafbek; melkmuil; slapjanus; slappe vent; slappeling; sofvent | |
chiflado | dolleman; dwaas; geesteszieke; gek; hansworst; idioot; krankzinnige; kwast; kwibus; nar; onnozelaar; sofvent; waanzinnige; zot | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
a medias | halfbakken; halfgaar; niet volkomen gaar | half |
blandengue | eiig; halfgaar; halfzacht; niet helemaal in orde | |
chiflado | eiig; halfgaar; halfzacht; niet helemaal in orde | dwaas; eigenaardig; gek; geschift; getikt; hoorndol; idioot; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbezonnen; onwijs; tureluurs; typisch; vreemd |
medio crudo | halfbakken; halfgaar; niet volkomen gaar | |
medio hecho | eiig; halfgaar; halfzacht; niet helemaal in orde |