Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grofheid (Nederlands) in het Spaans

grofheid:

grofheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de grofheid (ruw van makelij)
    la dureza; la grosería; la aspereza; la vulgaridad; la rudeza; la rugosidad; la tosquedad; la basteza
  2. de grofheid (schofterigheid)
    la grosería; la vulgaridad; la rudeza
  3. de grofheid (onbeschofte uitlating; onbeschaafdheid)
    la vulgaridad; la mala educación; la descortesía; la conducta campesina

Vertaal Matrix voor grofheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspereza grofheid; ruw van makelij barsheid; bitsheid; bitsigheid; felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kattigheid; kracht; puntig zijn; puntigheid; ruigheid; scherpheid; scherpte; snibbigheid; spitsheid; vinnigheid
basteza grofheid; ruw van makelij
conducta campesina grofheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating boersheid
descortesía grofheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating onbehoorlijkheid; onbeleefdheid; onbeschroomdheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onheusheid; onhoffelijkheid; onwellevendheid; onwelwillendheid
dureza grofheid; ruw van makelij dapperheid; eelt; eeltlaag; eeltplek; gehardheid; gestaaldheid; gestrengheid; hardhandigheid; koenheid; kranigheid; moed; onbarmhartigheid; onverbiddelijkheid; onversaagdheid; ruwheid; stijfte; strengheid; taaiheid; uithoudingsvermogen; verhardheid; verstoktheid
grosería grofheid; ruw van makelij; schofterigheid botheid; brutaliteit; impertinentie; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; lompheid; onbehoorlijkheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onhoffelijkheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; vrijpostigheid; zelfverheffing
mala educación grofheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating onbehoorlijkheid; onbeleefdheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onheusheid; onwellevendheid; onwelwillendheid
rudeza grofheid; ruw van makelij; schofterigheid boersheid; hardhandigheid; onhoffelijkheid; onwellevendheid; ruwheid
rugosidad grofheid; ruw van makelij borsteligheid; hobbeligheid; oneffenheid; ruigheid; ruwheid
tosquedad grofheid; ruw van makelij
vulgaridad grofheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating; ruw van makelij; schofterigheid alledaagsheid; banaliteit; gewoonheid; platheid; platitude; platvloersheid; vulgariteit

Verwante woorden van "grofheid":


grofheid vorm van grof:

grof bijvoeglijk naamwoord

  1. grof (platvloers; laag-bij-de-grond; vunzig; )
    grosero; bruto; rudo
    • grosero bijvoeglijk naamwoord
    • bruto bijvoeglijk naamwoord
    • rudo bijvoeglijk naamwoord
  2. grof (grofgebouwd; lomp; ruw)
    basto; grueso; grosero; tosco; burdo; desafilado
  3. grof (vulgair; ordinair; platvloers; plat)
    grosero; vulgar; bajo
    • grosero bijvoeglijk naamwoord
    • vulgar bijvoeglijk naamwoord
    • bajo bijvoeglijk naamwoord
  4. grof (schunnig; banaal; triviaal; )
    a sotavento; menos; basto; criminal; bajo; vulgar; burdo; añejo; banal; desaseado; deshonroso; bajamente; malo; bruto; trivial

Vertaal Matrix voor grof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bajo bas; contrabas; zandbank; zandplaat; zandschol
bruto barbaar; boerenkinkel; brutale kerel; bruut; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; oetlul; ongelikte beer; onmens; proleet; rabauw; sodemieter; vlegel; woesteling; wreedaard
criminal boef; crimineel; delinquent; fielt; misdadiger; schobbejak; schurk
grosero boer; boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; onbeschofte man; onhoffelijkheid; proleet; vlegel
grueso force majeure; grootste deel; gros; meerderheid; merendeel; overmacht
malo gemenerik
menos minteken; minus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a sotavento banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig effen; egaal; gelijk; gemeen; geslepen; glad; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; plat; ploertig; strak; vlak; vlakuit
añejo banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig belegen; overjarig
bajamente banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; ploertig
bajo banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; ordinair; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vulgair; vunzig achterbaks; arm; armetierig; berooid; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; inferieur; klein; laag; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; leep; listig; minderwaardig; niet boven; niet hoog; onder; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ploertig; pover; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; tweederangs; uitgekookt; vals; van geringe afmeting; zwak
banal banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig banaal; futiel; laag; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; vuig; weinigzeggend
basto banaal; grof; grofgebouwd; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; ruw; schunnig; triviaal; vunzig schofterig
bruto banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; agressief; barbaars; beestachtig; bot; bruto; bruut; dierlijk; dorps; gewelddadig; inhumaan; kortaf; lomp; meedogenloos; monsterlijk; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onbewerkt; ongegeneerd; ongelikt; onmenselijk; onopgevoed; respectloos; ruw; wreed; zonder omhaal
burdo banaal; grof; grofgebouwd; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; ruw; schunnig; triviaal; vunzig log; lomp; onelegant; onsierlijk van gedaante; plomp; schofterig
criminal banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig boefachtig; boosaardig; crimineel; criminele; gemeen; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; misdadig; onedel; schurkachtig; strafrechtelijk; strafrechterlijke; vals; wederrechtelijke
desafilado grof; grofgebouwd; lomp; ruw bot; kortaf; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; ongelikt; onopgevoed; onscherp; zonder omhaal
desaseado banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig haveloos; morsig; onappetijtelijk; onkies; onkuis; onopgeruimd; onrein; onsmakelijk; onzindelijk; ranzig; slodderig; slonzig; slordig; viezig; voddig; vunzig; walgelijk
deshonroso banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig eerloos; gemeen; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; mensonterend; mensonterende; mensonwaardig; onedel; oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig; schandalig; schandelijk; verfoeilijk
grosero grof; grofgebouwd; laag-bij-de-grond; lomp; ordinair; plat; platvloers; ruw; schunnig; vulgair; vunzig aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; barbaars; beestachtig; boers; bot; brutaal; bruut; doortrapt; dorps; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; honds; hondsbrutaal; hufterig; inhumaan; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; monsterlijk; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onedel; ongegeneerd; ongelikt; ongemanierd; onhoffelijk; onmenselijk; onopgevoed; ploertig; respectloos; schofterig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vrijpostig; wreed
grueso grof; grofgebouwd; lomp; ruw afgesloten; corpulent; dicht; dik; dikachtig; gesloten; gezet; grofkorrelig; lijvig; schofterig; toe; vet; vettig; zwaar van lijf; zwaarlijvig
malo banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig aan een ziekte lijdend; achterbaks; akelig; bedorven; bedriegelijk; beroerd; boefachtig; boos; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; ellendig; erg; ernstig; furieus; gangbaar; gebruikelijk; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewoon; gluiperig; in het geniep; kwaad; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; met slechte intentie; min; naar; nagemaakt; nijdig; normaal; onaardig; onecht; onedel; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwaar; onwelwillend; ploertig; razend; rot; rottig; satanisch; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; spinnijdig; stiekem; toornig; uitgekookt; vals; van bedenkelijke aard; vergaan; verrot; vertoornd; week; woest; ziedend; ziek; zwak
menos banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig behalve; beperkter; buiten; gemeen; in mindere mate; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met uitsluiting van; min; minder; minst; minus; onedel; uitgezonderd
rudo grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; vunzig bitter teleurgesteld; boos; chagrijnig; felle; furieus; guur; kil; knorrig; korzelig; kwaad; nijdig; nors; nurks; onderdrukt; ongetemd; opgekropt; razend; ruig; ruw; schofterig; spinnijdig; toornig; verbeten; verbitterd; verkropt; vertoornd; wild; woest; ziedend
tosco grof; grofgebouwd; lomp; ruw aanmatigend; barbaars; beestachtig; bruut; dorps; gebrekkig; inhumaan; knullig; krukkig; monsterlijk; onbeholpen; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongetemd; onhandig; onmenselijk; respectloos; ruig; ruw; schofterig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; uilachtig; wild; woest; wreed
trivial banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
vulgar banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; ordinair; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vulgair; vunzig alledaags; banaal; eenvoudig; gewoon; laag; niets bijzonders; ordinair; plat; schofterig; volks; vuig

Verwante woorden van "grof":


Antoniemen van "grof":


Verwante definities voor "grof":

  1. enorm, buitengewoon1
    • een grove fout1
  2. groot en zwaar1
    • hij is grof gebouwd1
  3. ruw en onbeschaafd1
    • dat was een grove opmerking van Jan1

Wiktionary: grof


Cross Translation:
FromToVia
grof rústico; tosco; grosero; crudo; bruto; rudo; burdo coarse — of inferior quality
grof contumelia; ofensa; injuria contumely — offensive and abusive language or behaviour
grof craso crass — coarse; crude; not refined or sensible
grof sucio dirty — dishonourable, violating standards or rules
grof grosero fresh — rude or inappropriate
grof áspero harsh — rough
grof rudo rude — bad-mannered
grof rudo; violento; duro; tosco rugged — violent, rude
grof aproximado grobbezogen auf Mess- und Schätzwerte: nicht ganz genau, präzise
grof basto; grueso grobbezogen auf Materialien: unfein, unbehauen, unbearbeitet, unrein von Stoffen, Oberflächen und Material, ungenau, unscharf
grof rudo; grosero grobbezogen auf Personen: ungelenk, ungeschickt, unerzogen, ungebildet, bäurisch, gewalttätig
grof borde krude — ohne Feingefühl, Fingerspitzengefühl
grof crudo roh — (umgangssprachlich) ungehobelt, grob
grof crudo; basto; tosco grossier — Qui n’est pas fin, qui n’est pas délicat.
grof crudo; basto; tosco; rústico; campestre rustique — Translations
grof vulgar vulgaire — désuet|fr Qui concerne le peuple, le quidam, le personnage quelconque.