Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
laico
|
|
leek; oningewijde
|
profano
|
|
leek; oningewijde
|
vicioso
|
|
lelijkerd
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abominable
|
atheïstisch; goddeloos; godloos
|
afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; gruwelijk; karig; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; naar; ontzettend; pover; rampzalig; schamel; schandalig; schandelijk; schraal; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk
|
corrompido
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
bedorven; liederlijk; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot
|
dañino
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
schadend; verpestend
|
depravado
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
amoreel; immoreel; liederlijk; onzedelijk; onzedig; verdorven; verregaand zedenloos; zedeloos
|
descreído
|
atheïstisch; goddeloos; godloos
|
niet religieus; ongelovig; ongodsdienstig; onkerkelijk
|
laico
|
goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig
|
aards; niet religieus; ongelovig; ongodsdienstig; onkerkelijk; profaan; seculair; wereldlijk; werelds
|
no divino
|
goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig
|
|
nocivo
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
duperend; nadelig; ongunstig; onvoordelig; schade berokkenend; schadelijk
|
pernicioso
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
verpestend
|
perverso
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
bedorven; liederlijk; onzedelijk; pervers; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot
|
profano
|
goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig
|
blasfemisch; godslasterend; godslasterlijk; ondeskundig; ongewijd; onheilig; ontheiligend; profaan; wereldlijk
|
ruinoso
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
bouwvallig; breekbaar; broos; fragiel; gammel; krakkemikkig; krakkemikkige; kwetsbaar; ruïneus; teer; verpestend; wankel; wrak; zwak
|
viciado
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
muf; onfris
|
vicioso
|
goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven
|
bedorven; liederlijk; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot; vicieus
|