Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adivinar
|
gissen; gissing maken; raden
|
adviseren; afwegen; beschuldigen; betichten; iets aanraden; incrimineren; ingeven; overdenken; overwegen; postuleren; raden; suggereren; tegemoetzien; uitkijken naar; verdacht maken; verdenken; verwachten; vooronderstellen; voorspellen; voortellen; vooruitzien; waarzeggen; wichelen
|
barruntar
|
gissen; gissing maken; raden
|
beschuldigen; betichten; incrimineren; postuleren; verdacht maken; verdenken; vooronderstellen
|
conjeturar
|
gissen; gissing maken; raden
|
adviseren; afwegen; beschuldigen; betichten; iets aanraden; incrimineren; ingeven; overdenken; overwegen; postuleren; raden; suggereren; verdacht maken; verdenken; vooronderstellen
|
especular
|
gissen; gissing maken; raden
|
met aandelen spelen; speculeren; speculeren op; theoretiseren
|
estimar
|
gissen; gissing maken; raden
|
adviseren; afwegen; appreciëren; begroten; bepalen; beramen; berekenen; iets aanraden; ingeven; inschatten; op prijs stellen; overdenken; overwegen; prijzen; raden; ramen; schatten; suggereren; taxeren; van een prijs voorzien; waarderen
|
hacer conjeturas
|
gissen; gissing maken; raden
|
adviseren; afwegen; iets aanraden; ingeven; overdenken; overwegen; raden; suggereren
|
presumir
|
gissen; gissing maken; raden
|
aannemen; ervan uitgaan; geloven; grootspreken; opscheppen; opsnijden; postuleren; snoeven; uitgaan van; veronderstellen; vooronderstellen
|
presuponer
|
gissen; gissing maken; raden
|
ervan uitgaan
|
suponer
|
gissen; gissing maken; raden
|
aannemen; ervan uitgaan; geloven; speculeren op; uitgaan van; veronderstellen
|