Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- gewerveld:
- wervelen:
-
Wiktionary:
- gewerveld → vertebrado
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gewerveld (Nederlands) in het Spaans
gewerveld:
-
gewerveld
articulado-
articulado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gewerveld:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
articulado | gewerveld | geschakeld |
Wiktionary: gewerveld
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gewerveld | → vertebrado | ↔ vertebrate — having a backbone |
wervelen:
-
wervelen (wielen; kolken)
revolotear; girar como una rueda; dar vueltas-
revolotear werkwoord
-
girar como una rueda werkwoord
-
dar vueltas werkwoord
-
Conjugations for wervelen:
o.t.t.
- wervel
- wervelt
- wervelt
- wervelen
- wervelen
- wervelen
o.v.t.
- wervelde
- wervelde
- wervelde
- wervelden
- wervelden
- wervelden
v.t.t.
- heb gewerveld
- hebt gewerveld
- heeft gewerveld
- hebben gewerveld
- hebben gewerveld
- hebben gewerveld
v.v.t.
- had gewerveld
- had gewerveld
- had gewerveld
- hadden gewerveld
- hadden gewerveld
- hadden gewerveld
o.t.t.t.
- zal wervelen
- zult wervelen
- zal wervelen
- zullen wervelen
- zullen wervelen
- zullen wervelen
o.v.t.t.
- zou wervelen
- zou wervelen
- zou wervelen
- zouden wervelen
- zouden wervelen
- zouden wervelen
diversen
- wervel!
- wervelt!
- gewerveld
- wervelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wervelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dar vueltas | kolken; wervelen; wielen | buitelen; cirkelen; de ronde doen; draaien; duikelen; duizelen; flikkeren; in de war maken; kantelen; kelderen; kiepen; kieperen; kolken; rollen; ronddraaien; rondgaan; rondtollen; roteren; tollen; tuimelen; vallen; verrollen; wentelen; zwieren |
girar como una rueda | kolken; wervelen; wielen | |
revolotear | kolken; wervelen; wielen | dwarrelen; naar beneden zweven; opwaaien; zwermen |
Verwante woorden van "wervelen":
Computer vertaling door derden: