Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gevoeglijkheid (Nederlands) in het Spaans
gevoeglijkheid:
-
gevoeglijkheid (welgemanierdheid; beleefdheid; decorum; betamelijkheid; beschaafdheid; fatsoen; fatsoenlijkheid)
la cortesía; la conveniencia; el orden; la elegancia; el buenos modales; el buen humor; la jovialidad; la alegría apacible; la galantería; la buena educación; el genio festivo
Vertaal Matrix voor gevoeglijkheid:
Computer vertaling door derden: