Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
atar
|
|
aanhechten; aanknopen; vasthechten
|
detener
|
|
arresteren; grijpen
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adentrar
|
detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden
|
binnendringen; doordringen; indringen; infiltreren; penetreren
|
atar
|
detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden
|
aan elkaar bevestigen; aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenbinden; aanhechten; aanlijnen; afbinden; afsnoeren; bevestigen; binden; dichtbinden; dichtrijgen; dichtsnoeren; hechten; hoogbinden; knevelen; knopen; om het lijf binden; ombinden; omhoogbinden; omwinden; onderbinden; opbinden; rijgen; samenbinden; samenbundelen; samenknopen; snoeren; strikken; toebinden; toesnoeren; vastbinden; vastknopen; vastmaken; vastsjorren; verankeren; verbinden
|
calzar
|
detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden
|
aanbinden; aanjagen; aanknopen; aansporen; beginnen; motiveren; opjutten; porren
|
detener
|
detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden
|
aanhouden; afhouden; arresteren; beletten; betrappen; ervanaf houden; gevangen zetten; gevangennemen; halt houden; hooghouden; in de cel zetten; in de hoogte houden; inrekenen; interneren; isoleren; omhooghouden; ophouden; oppakken; opsluiten; parkeerstand inschakelen; remmen; snappen; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen; vastzetten; weerhouden
|
internar
|
detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden
|
|
tener agarrado
|
detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden
|
beet hebben; vasthebben
|
tener detenido
|
detineren; gevangenhouden; in hechtenis houden; vasthouden
|
|