Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gestempeld (Nederlands) in het Spaans
gestempeld:
-
gestempeld
franqueado-
franqueado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gestempeld:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
franqueado | gestempeld | gefrankeerd; gezegeld |
gestempeld vorm van stempelen:
-
stempelen (afstempelen; stempel opdrukken)
-
stempelen (stempel zetten)
-
stempelen (uitkering krijgen; steun trekken)
Conjugations for stempelen:
o.t.t.
- stempel
- stempelt
- stempelt
- stempelen
- stempelen
- stempelen
o.v.t.
- stempelde
- stempelde
- stempelde
- stempelden
- stempelden
- stempelden
v.t.t.
- heb gestempeld
- hebt gestempeld
- heeft gestempeld
- hebben gestempeld
- hebben gestempeld
- hebben gestempeld
v.v.t.
- had gestempeld
- had gestempeld
- had gestempeld
- hadden gestempeld
- hadden gestempeld
- hadden gestempeld
o.t.t.t.
- zal stempelen
- zult stempelen
- zal stempelen
- zullen stempelen
- zullen stempelen
- zullen stempelen
o.v.t.t.
- zou stempelen
- zou stempelen
- zou stempelen
- zouden stempelen
- zouden stempelen
- zouden stempelen
en verder
- ben gestempeld
- bent gestempeld
- is gestempeld
- zijn gestempeld
- zijn gestempeld
- zijn gestempeld
diversen
- stempel!
- stempelt!
- gestempeld
- stempelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
stempelen (afstempelen)
-
stempelen (stempeling)
Vertaal Matrix voor stempelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
estampillado | stempelen; stempeling | |
estampillar | afstempelen; stempelen | |
timbrado | stempelen; stempeling | |
timbrar | afstempelen; stempelen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cobrar el paro | stempelen; steun trekken; uitkering krijgen | werkeloos zijn |
estampillar | afstempelen; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen | |
poner un sello | afstempelen; stempel opdrukken; stempelen | |
recibir el pago | stempelen; steun trekken; uitkering krijgen | |
sellar | afstempelen; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen | bekrachtigen; bestempelen; bezegelen; certificeren; dichtdoen; dichtmaken; merken; sluiten; toedoen; toetrekken; van zegel voorzien; verzegelen; waarmerken |
Verwante woorden van "stempelen":
Wiktionary: stempelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stempelen | → acuñar; troquelar; estampar | ↔ estampiller — marquer avec une estampille. |
Computer vertaling door derden: