Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alarido
|
gegil; geschreeuw
|
gebrul; gebulder; gehuil; gejammer; geloei; geraas; gescheld; getier; geweeklaag; gil; kreet; loeien van de wind; roep; schreeuw; uitroep
|
alaridos
|
gegil; gekrijs; geschreeuw
|
gillen; kreten; roepen; schreeuwen
|
alboroto
|
gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw
|
beroering; burengerucht; burenoverlast; deining; drukte; gedrang; gedruis; geharrewar; geluid; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; misbaar; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; ordeverstoring; pandemonium; rel; rumoer; rustverstoring; schommeling; sensatie; stampei; stennis; tamtam; toeloop; toevloed; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht; wiegeling; zeegang
|
chillidos
|
gebrul; gebulder; gegil; gekrijs; geschreeuw
|
gegier; gillen; kreten; roepen; schreeuwen
|
convocación
|
geroep; geschreeuw; roep
|
bijeenroeping; oproep; roep; roepstem
|
convocatoria
|
geroep; geschreeuw; roep
|
convocatie; oproeping; roepstem
|
estruendo
|
gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw
|
afstorten; gebrul; gebulder; gedreun; gedruis; geloei; geluid; geraas; herrie; kabaal; lawaai; leven; loeien van de wind; neerstorten; ontlading; plotselinge uitbarsting; rumoer; spektakel; tumult
|
gritería
|
gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw
|
gejouw
|
gritos
|
gebrul; gebulder; gegil; gekrijs; geschreeuw
|
gegier; gillen; kreten; roepen; schreeuwen
|
llamada
|
geroep; geschreeuw; roep
|
appèl; bellen; belletje; faam; gesprek door de telefoon; kloppen; lokfluitje; lokroep; loktoon; naam; opbellen; oproep; reputatie; roep; roepstem; telefonisch bericht; telefoongesprek; telefoontje; verwijsbrief; verwijzing; zoeken
|
llamamiento
|
geroep; geschreeuw; roep
|
convocatie; oproep; oproeping; roep; roepstem
|
rabieta
|
gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw
|
gebrul; gebulder; geloei; geraas; loeien van de wind
|
vocerío
|
gebrul; gebulder; gekrijs; geschreeuw
|
|
voces
|
gegil; geschreeuw
|
|