Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gereedheid (Nederlands) in het Spaans

gereedheid:

gereedheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gereedheid (paraatheid)
    la disposición

Vertaal Matrix voor gereedheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disposición gereedheid; paraatheid afgifte; afrekenen; afrekening; afspraak; akkoord; bezorging; geleverde; gemoedsgesteldheid; gezindheid; hiërarchie; indeling; instelling; leverantie; levering; opzet; overeenkomst; overtuiging; plan; psychische toestand; rang; rangorde; regeling; schikking; stemming; tendentie; vaststaande mening; vereffening; verrekening; volgorde; voornemen

Verwante woorden van "gereedheid":


gereedheid vorm van gereed:

gereed bijvoeglijk naamwoord

  1. gereed (doorgekookt; gedaan; gaar)
    cocido; acabado
  2. gereed (af; voltooid; over; )
    pasado; terminado; listo; pronto; completo; llevado a cabo; perfecto; acabado; concluído; realizado; efectuado
  3. gereed (volbracht; gedaan; klaar; beëindigd; af)
    hecho; realizado; terminado; llevado a cabo; listo; acabado; ejecutado
  4. gereed (voltooid; klaar; beëindigd; )
    terminado; listo; llevado a cabo; completo; acabado; realizado; preparado; efectuado; ultimado; concluido
  5. gereed (paraat; klaar)
    preparado; listo

Vertaal Matrix voor gereed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabado afkrijgen; afwerking; einde; eindpunt; eindstreep; fineer; finish; finishlijn; meet
cocido stamppot
hecho bekend feit; evenement; feit; gebeurtenis; gegeven; incident; voorval
listo genie; geniekorps
pasado verleden
preparado preparaat
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
completo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij algeheel; compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; gevuld; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; onverkort; opgevuld; plenair; totaal; vierkant; vol; voleindigd; volgestopt; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt; voltallig; volwaardig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij
cocido doorgekookt; gaar; gedaan; gereed gaar; moe; vermoeid
concluido af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij uit; van; vanaf nu; vanuit
concluído af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
efectuado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij bewerkstelligd; voltrokken
ejecutado af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht doodgeschoten; geëxecuteerd; voltrokken
hecho af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht gaar; gecreëerd; gemaakt; geschapen; moe; vermoeid
listo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; volbracht; voltooid; voorbij aantrekkelijke; achterbaks; adrem; arglistig; bedreven; behendig; bekwaam; bereid; berekenend; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geoefend; gepakt; gepolijst; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gis; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; goochem; handig; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; leep; link; listig; pienter; puntig; raak; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk
llevado a cabo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij doodgeschoten; gerealiseerd; geëxecuteerd; uitgevoerd; verricht; verwerkelijkt; verwezenlijkt; voltrokken
pasado af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij afgelopen; armoedig; beëindigd; binnengevallen; doorgegeven; eerder; flodderig; haveloos; ingehaald; langsgekomen; overschreden; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verder gegeven; verleden; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij; voorbij gestreefd; voordien; voorgevallen; voorheen; vorig; vroeger
perfecto af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij feilloos; foutloos; gaaf; gelikt; heel; hoogwaardig; ideaal; intact; maagdelijk; mieters; onaangeraakt; onaangetast; ongerept; patent; perfect; perfekt; picobello; piekfijn; prima; puntgaaf; puur; schitterend; tiptop; tof; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; virginaal; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
preparado af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij bedacht; gepakt; gewapend; voorbereid; voorbewerkt
pronto af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij abrupt; alras; directe; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; grif; grifweg; haastig; ijlings; ineens; later; met gemak; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; spoedig; straks; vlot; vlug; vroeg; vroegtijdig; weldra; zometeen
realizado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij gerealiseerd; geëxporteerd; uitgevoerd; verricht; verwerkelijkt; verwezenlijkt; voltrokken
terminado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij afgehandeld; afgerond; eruit; gecompleteerd; gekookt; voleindigd
ultimado af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij

Verwante woorden van "gereed":


Wiktionary: gereed


Cross Translation:
FromToVia
gereed preparado; listo ready — Prepared for immediate action or use
gereed listo; dispuesto; preparado prêt — Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc... (Sens général).