Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. geprik:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geprik (Nederlands) in het Spaans

geprik:

geprik [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. geprik (gesteek)
    la picaduras; la puñaladas

Vertaal Matrix voor geprik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
picaduras geprik; gesteek
puñaladas geprik; gesteek