Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gepraal:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gepraal (Nederlands) in het Spaans

gepraal:

gepraal [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. gepraal (praalzucht)
    la pompa; la ostentación; la fastuosidad

Vertaal Matrix voor gepraal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastuosidad gepraal; praalzucht branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; glans; grootspraak; luister; opschepperij; praal; pracht; pronk; snoeverij
ostentación gepraal; praalzucht branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; glans; grootspraak; luister; opschepperij; praal; pracht; pronk; snoeverij
pompa gepraal; praalzucht branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; glans; grootspraak; luister; opschepperij; praal; pracht; processie; pronk; snoeverij; staatsie; stoet; uiterlijk vertoon

Computer vertaling door derden: