Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. genoegzaamheid:
  2. genoegzaam:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor genoegzaamheid (Nederlands) in het Spaans

genoegzaamheid:

genoegzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de genoegzaamheid (tevredenheid)
    la satisfacción; la suficiencia

Vertaal Matrix voor genoegzaamheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
satisfacción genoegzaamheid; tevredenheid aardigheid; boetedoening; boetstraf; content; genoegdoening; genoegen; genot; ingenomenheid; jool; leut; lust; plezier; pret; tevredenheid; tevredenstelling; vergenoegdheid; voldaanheid; welbehagen
suficiencia genoegzaamheid; tevredenheid arrogantie; egotisme; eigendunk; eigenwaan; hoogmoed; ijdelheid; pretentie; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid

Verwante woorden van "genoegzaamheid":


genoegzaamheid vorm van genoegzaam:

genoegzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. genoegzaam (toereikend; sufficiënt; voldoende; bevredigend; genoeg)
    suficiente; bastante; satisfactorio

Vertaal Matrix voor genoegzaam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastante aardig wat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastante bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende aanmerkelijk; aanzienlijk; basta; beduidend; behoorlijk; behoorlijke; danig; duchtig; enigermate; enigszins; enorm; flink; fors; genoeg; iets; ietwat; menig; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; stoer; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; vrij veel; vrij wat
satisfactorio bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende heugelijk; heuglijk; verblijdend; verheugend
suficiente bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende basta; genoeg

Verwante woorden van "genoegzaam":