Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- gekheid:
-
gek:
- estúpido; bobo; loco; burro; como loco; idiota; mentecato; loquillo; desconcertado; indolente; furioso; caótico; demente; chalado; curioso; confuso; absurdo; locamente; cú-cú; mentalmente enfermo; tonto; Juan Lanas; extraño; chiflado; perezoso; mudo; cucú; cretino; desequilibrado; raro; peculiar; ganso; perturbado; enmarañado; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; descabellado; ofuscado; insano; obcecado; fracasado; hilarante; grotesco; irrisorio; ridículo
- loco; enajenado; enajenada; idiota; imbécil; alienado; alienada; loca; chiflado; perturbado mental; trastornado; trastornada; enfermo mental; mequetrefe; retardado; subnormal; deficiente mental; demente; tonto; bobo; brocha; bufón; borla; hombre fatuo; dandi; pincel; fantasmón; fantasmones; majareta; chalado; necio
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gekheid (Nederlands) in het Spaans
gekheid:
-
de gekheid (dwaasheid; gekkigheid; gekte; idioterie; zotheid)
la broma; la rabia; la demencia; la enfermedad mental; la estupidez; el trastorno mental; la perturbación mental; la alienación mental -
de gekheid (malligheid)
-
de gekheid (geintje; grapje; scherts; lolletje; gein; aardigheid; pretje)
Vertaal Matrix voor gekheid:
Verwante woorden van "gekheid":
Wiktionary: gekheid
gekheid
Cross Translation:
noun
-
grappige dwaasheid
- gekheid → tontería
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gekheid | → aberración | ↔ aberration — écart d’imagination, erreur de jugement ; absurdité. |
• gekheid | → enloquecimiento | ↔ affolement — état d’une personne affoler. |
gekheid vorm van gek:
-
gek (geschift; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig)
estúpido; bobo; loco; burro; como loco; idiota; mentecato; loquillo; desconcertado; indolente; furioso; caótico; demente; chalado; curioso; confuso; absurdo; locamente-
estúpido bijvoeglijk naamwoord
-
bobo bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
burro bijvoeglijk naamwoord
-
como loco bijvoeglijk naamwoord
-
idiota bijvoeglijk naamwoord
-
mentecato bijvoeglijk naamwoord
-
loquillo bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
indolente bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
caótico bijvoeglijk naamwoord
-
demente bijvoeglijk naamwoord
-
chalado bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
locamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
gek (geestesziek; krankzinnig; waanzinnig)
loco; cú-cú; mentalmente enfermo; idiota; tonto-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
cú-cú bijvoeglijk naamwoord
-
mentalmente enfermo bijvoeglijk naamwoord
-
idiota bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
-
gek (maf; vreemd; eigenaardig; dwaas; typisch; mal)
cú-cú; Juan Lanas; extraño; loco; chiflado; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; tonto; raro; peculiar; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; curioso; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado-
cú-cú bijvoeglijk naamwoord
-
Juan Lanas bijvoeglijk naamwoord
-
extraño bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
chiflado bijvoeglijk naamwoord
-
perezoso bijvoeglijk naamwoord
-
mudo bijvoeglijk naamwoord
-
cucú bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
cretino bijvoeglijk naamwoord
-
chalado bijvoeglijk naamwoord
-
desequilibrado bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
raro bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
ganso bijvoeglijk naamwoord
-
locamente bijvoeglijk naamwoord
-
perturbado bijvoeglijk naamwoord
-
loquillo bijvoeglijk naamwoord
-
como loco bijvoeglijk naamwoord
-
enmarañado bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
desordenado bijvoeglijk naamwoord
-
necio bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
tontamente bijvoeglijk naamwoord
-
con locura bijvoeglijk naamwoord
-
loco de remate bijvoeglijk naamwoord
-
caótico bijvoeglijk naamwoord
-
descabellado bijvoeglijk naamwoord
-
indolente bijvoeglijk naamwoord
-
ofuscado bijvoeglijk naamwoord
-
insano bijvoeglijk naamwoord
-
obcecado bijvoeglijk naamwoord
-
-
gek (dwaas; idioot; maf)
-
gek (geflipt)
-
gek (geestelijk gestoord)
-
de gek (dwaas; idioot; imbeciel)
-
de gek (geesteszieke; dolleman; krankzinnige; waanzinnige)
la loca; el chiflado; el loco; el perturbado mental; el trastornado; la trastornada; el enfermo mental -
de gek (zwakzinnige; idioot; geschifte; achterlijke; waanzinnige)
el loco; el mequetrefe; el retardado; el subnormal; el deficiente mental; la idiota; el imbécil; el demente; el tonto -
de gek (kwibus; hansworst; kwast; nar; zot)
-
de gek (mafkees; flapdrol; debiel; imbeciel; mafkikker; idioot; zot; waanzinnige; mafketel)
-
de gek (gestoorde; mafketel)
la trastornada; la loca; el perturbado mental; el enajenado; el loco; el demente; la enajenada; el trastornado -
de gek (malloot; pias; zottin; mallerd; zot)
Vertaal Matrix voor gek:
Verwante woorden van "gek":
Synoniemen voor "gek":
Antoniemen van "gek":
Verwante definities voor "gek":
Wiktionary: gek
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gek | → trastornado; loco | ↔ mad — insane (adj.) |
• gek | → loco | ↔ madman — An insane man |
• gek | → chalado; chiflado; loco | ↔ nut — slang: insane person |
• gek | → payaso | ↔ silly — playful, giggly |
• gek | → aberrante; alienado; anormal | ↔ aberrant — Qui diffère de la normale. |
• gek | → enajenado | ↔ aliéné — Personne dérangé (1): |
• gek | → gracioso; chistoso; chusco; cómico; jocoso; divertido | ↔ drôle — Comique, marrant, rigolo. (Sens général). |
• gek | → ridículo; extravagante | ↔ ridicule — Qui est digne de risée ou de moquerie. |
• gek | → singular | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |
• gek | → extraño; raro | ↔ étrange — Qui est en dehors de l’ordre, de l’usage commun ; qui est singulier, extraordinaire. |