Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gehoorzamen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gehoorzamen (Nederlands) in het Spaans

gehoorzamen:

gehoorzamen werkwoord (gehoorzaam, gehoorzaamt, gehoorzaamde, gehoorzaamden, gehoorzaamd)

  1. gehoorzamen (luisteren)
    obedecer; seguir; escuchar; tener cuidado; cumplir; atender; suceder; hacer caso; atender a
  2. gehoorzamen (gevolg geven aan)
    obedecer; cumplir; seguir; suceder

Conjugations for gehoorzamen:

o.t.t.
  1. gehoorzaam
  2. gehoorzaamt
  3. gehoorzaamt
  4. gehoorzamen
  5. gehoorzamen
  6. gehoorzamen
o.v.t.
  1. gehoorzaamde
  2. gehoorzaamde
  3. gehoorzaamde
  4. gehoorzaamden
  5. gehoorzaamden
  6. gehoorzaamden
v.t.t.
  1. heb gehoorzaamd
  2. hebt gehoorzaamd
  3. heeft gehoorzaamd
  4. hebben gehoorzaamd
  5. hebben gehoorzaamd
  6. hebben gehoorzaamd
v.v.t.
  1. had gehoorzaamd
  2. had gehoorzaamd
  3. had gehoorzaamd
  4. hadden gehoorzaamd
  5. hadden gehoorzaamd
  6. hadden gehoorzaamd
o.t.t.t.
  1. zal gehoorzamen
  2. zult gehoorzamen
  3. zal gehoorzamen
  4. zullen gehoorzamen
  5. zullen gehoorzamen
  6. zullen gehoorzamen
o.v.t.t.
  1. zou gehoorzamen
  2. zou gehoorzamen
  3. zou gehoorzamen
  4. zouden gehoorzamen
  5. zouden gehoorzamen
  6. zouden gehoorzamen
diversen
  1. gehoorzaam!
  2. gehoorzaamt!
  3. gehoorzaamd
  4. gehoorzamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gehoorzamen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atender gehoor; gevolg; gevolg geven aan; klaarstaan
cumplir gehoor; gevolg; gevolg geven aan
escuchar horen; luisteren
suceder plaatsvinden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atender gehoorzamen; luisteren aandachtig luisteren; aanhoren; afrekenen; assisteren; beantwoorden; bedienen; belonen; betalen; bezoldigen; bijspringen; bijstaan; dokken; handreiken; helpen; honoreren; iemand vervangen; knoppen bedienen; lonen; luisteren; ondersteunen; ondervragen; opletten; overhoren; salariëren; seconderen; serveren; toehoren; toeluisteren; uithoren; uitvragen; verhoren; verplegen; verzorgen; weldoen; zorg dragen; zorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
atender a gehoorzamen; luisteren aandachtig luisteren; behandelen; gunnen; iets toekennen; ondervragen; opletten; overhoren; toebedelen; toekennen; toeluisteren; toewijzen; uithoren; uitvragen; verhoren; verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
cumplir gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren bemerken; kwijten; nakomen; navolgen; onderscheiden; opmerken; opvolgen; uit elkaar houden; uiteenhouden; volgen; waarmaken
escuchar gehoorzamen; luisteren aandachtig luisteren; aanhoren; beluisteren; geluid waarnemen; horen; luisteren; ondervragen; opletten; overhoren; toehoren; toeluisteren; uithoren; uitvragen; verhoren
hacer caso gehoorzamen; luisteren aandachtig luisteren; opletten; toeluisteren
obedecer gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren
seguir gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren aanhouden; achternagaan; achternalopen; bijhouden; continueren; doorgaan; doorwerken; een stapje verder gaan; imiteren; komen na; nabootsen; nadoen; nakomen; nalopen; navolgen; opvolgen; prolongeren; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten
suceder gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren afsluiten; dichtdoen; gebeuren; navolgen; ontspinnen; oprijzen; opvolgen; overkomen; passeren; plaats hebben; plaatshebben; plaatsvinden; rijzen; sluiten; toedoen; toemaken; volgen; voordoen; voorkomen; voorvallen; zich voordoen
tener cuidado gehoorzamen; luisteren aandachtig luisteren; op zijn hoede zijn; opletten; oppassen; oppassen voor gevaar; toeluisteren; uitkijken; uitkijken voor; voorzichtig zijn

Wiktionary: gehoorzamen

gehoorzamen
verb
  1. gevolg geven aan een opdracht of bevel

Cross Translation:
FromToVia
gehoorzamen escuchar listen — to accept advice or obey instruction
gehoorzamen obedecer obey — to do as ordered by
gehoorzamen obedecer gehorchen — einer Anweisung Folge leisten; einen Befehl ausführen
gehoorzamen obedecer obéir — Se soumettre à une demande, une règle ou une obligation d’une personne ; exécuter un ordre donné.