Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gehoorzaamheid:
  2. gehoorzaam:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gehoorzaamheid (Nederlands) in het Spaans

gehoorzaamheid:

gehoorzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gehoorzaamheid (tucht; discipline; onderwerping; orde; dwang)
    el orden
    • orden [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de gehoorzaamheid (onderwerping)
    la obediencia

Vertaal Matrix voor gehoorzaamheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obediencia gehoorzaamheid; onderwerping gewilligheid
orden discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht aaneenschakeling; aanschrijving; aanwijzing; aanzegging; allegaartje; beleefdheid; beschaafdheid; bestel; betamelijkheid; bevel; commando; decorum; dienstorder; fatsoen; fatsoenlijkheid; gelazer; gelid; gevoeglijkheid; instructie; kennisgeving; keten; keurigheid; mengelmoes; narigheid; netheid; onberispelijkheid; opbouw; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; properheid; reeks; regelmaat; reglementering; rij; rij manschappen; rondborstigheid; rondheid; samenraapsel; samenstel; samenstelling; serie; smetteloosheid; structuur; systeem; trammelant; verordening; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
orden z-volgorde

Verwante woorden van "gehoorzaamheid":


Wiktionary: gehoorzaamheid


Cross Translation:
FromToVia
gehoorzaamheid obediencia obedience — quality of being obedient

gehoorzaamheid vorm van gehoorzaam:

gehoorzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. gehoorzaam
    obediente; obsequioso

Vertaal Matrix voor gehoorzaam:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- braaf; lief; zoet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obediente gehoorzaam braaf; deugdzaam; dienstbaar; eerlijk; fideel; gedienstig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lief; meegaand; openhartig; oprecht; rondborstig; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; trouwhartig; volgzaam; voorbeeldig; vormbaar; zoet
obsequioso gehoorzaam behulpzaam; bereidwillig; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend; voorkomend

Verwante woorden van "gehoorzaam":


Synoniemen voor "gehoorzaam":


Antoniemen van "gehoorzaam":


Verwante definities voor "gehoorzaam":

  1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • deze leerlingen zijn erg gehoorzaam1

Wiktionary: gehoorzaam

gehoorzaam
adjective
  1. bereid gehoor te geven aan regels of bevelen

Cross Translation:
FromToVia
gehoorzaam obediente obedient — willing to comply with the commands