Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- gegolfd:
-
golven:
- arrojar; salir a borbotones de; columpiarse; borbotear por; agitar; mecer; ondear; escorar; bambolearse; oscilar; rizar; blandir; fluctuar; agitarse; tambalearse; mecerse; serpentear; balancearse; renguear; hacer eses; ondularse; saludar con la mano; moverse continuamente; dar bandazos; hacer oscilar; entrar a chorros en; saltar sobre; borbotear de
- ondulación
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gegolfd (Nederlands) in het Spaans
gegolfd:
-
gegolfd (golvend)
Vertaal Matrix voor gegolfd:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ondulado | gegolfd; golvend | aflopend; flauw hellend; geribbeld; geribd; glooiend; ribbelig |
ondulante | gegolfd; golvend | aflopend; flauw hellend; glooiend; golfsgewijs; kabbelend |
golven:
-
golven (deinen)
arrojar; salir a borbotones de; columpiarse; borbotear por; agitar; mecer; ondear; escorar; bambolearse; oscilar; rizar; blandir; fluctuar; agitarse; tambalearse; mecerse; serpentear; balancearse; renguear; hacer eses; ondularse; saludar con la mano; moverse continuamente; dar bandazos; hacer oscilar; entrar a chorros en; saltar sobre; borbotear de-
arrojar werkwoord
-
salir a borbotones de werkwoord
-
columpiarse werkwoord
-
borbotear por werkwoord
-
agitar werkwoord
-
mecer werkwoord
-
ondear werkwoord
-
escorar werkwoord
-
bambolearse werkwoord
-
oscilar werkwoord
-
rizar werkwoord
-
blandir werkwoord
-
fluctuar werkwoord
-
agitarse werkwoord
-
tambalearse werkwoord
-
mecerse werkwoord
-
serpentear werkwoord
-
balancearse werkwoord
-
renguear werkwoord
-
hacer eses werkwoord
-
ondularse werkwoord
-
saludar con la mano werkwoord
-
moverse continuamente werkwoord
-
dar bandazos werkwoord
-
hacer oscilar werkwoord
-
entrar a chorros en werkwoord
-
saltar sobre werkwoord
-
borbotear de werkwoord
-
-
golven (golvend bewegen)
ondear; rizar; ondularse; borbotear de; borbotear por-
ondear werkwoord
-
rizar werkwoord
-
ondularse werkwoord
-
borbotear de werkwoord
-
borbotear por werkwoord
-
Conjugations for golven:
o.t.t.
- golf
- golft
- golft
- golven
- golven
- golven
o.v.t.
- golfde
- golfde
- golfde
- golfden
- golfden
- golfden
v.t.t.
- ben gegolfd
- bent gegolfd
- is gegolfd
- zijn gegolfd
- zijn gegolfd
- zijn gegolfd
v.v.t.
- was gegolfd
- was gegolfd
- was gegolfd
- waren gegolfd
- waren gegolfd
- waren gegolfd
o.t.t.t.
- zal golven
- zult golven
- zal golven
- zullen golven
- zullen golven
- zullen golven
o.v.t.t.
- zou golven
- zou golven
- zou golven
- zouden golven
- zouden golven
- zouden golven
diversen
- golf!
- golft!
- gegolfd
- golvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de golven
la ondulación